Pluimveeweb: 'Ontwikkel staltypen waar kip niet meer op eigen mest loopt'

16-03-2017

De pluimveesector moet nieuwe stalsystemen ontwikkelingen waarbij kippen niet meer op hun eigen mest lopen, maar mest zo spoedig mogelijk uit de stal wordt gehaald. Dan is de uitstoot van ammoniak, geur, micro-organismen en stofdeeltjes met endotoxinen meteen veel lager.

Dat vertelde Wageningen Livestock Research onderzoeker Albert Winkel dinsdag 14 maart op de LIV in Venray tijdens zijn presentatie over emissies uit pluimveestallen. „Door de aanwezigheid van mest stoten pluimveestallen veel ammoniak, geur, fijnstof, micro-organismen en stofdeeltjes met endotoxinen uit. De pluimveesector moet daarom op termijn nieuwe stalsystemen ontwikkelen waar de dieren niet langer op hun eigen mest zitten en de mest zo snel mogelijk uit het houderijsysteem wordt getransporteerd. Dan heeft de sector geen problemen meer met te hoge emissies van ammoniak, geur, en fijnstof. Mest is de belangrijkste bron van alle uitstoot.”

„Alle huidige technieken om de uitstoot van ammoniak, geur en fijnstof te reduceren, zijn slechts pleisters die het probleem verzachten, maar niet verhelpen. Als de pluimveesector de uitstoot echt wil verlagen, dan moet de sector op lange termijn naar andere stalsystemen.” Dan zijn de problemen rond milieuemissies uit pluimveestallen volgens hem in één keer opgelost. 

Scharrelruimte
Winkel weet nog niet exact hoe de nieuwe stalsystemen voor pluimvee eruit moeten zien. Maar de kern is: scheidt het ‘vuile gedrag’ (stofbaden en foerageren op strooisel) van het schone gedrag (rusten, leggen, eten en drinken) in aparte stalruimtes. 

Wel liet hij de bezoekers een voorbeeld zien hoe een dergelijk stalsysteem voor leghennen eruit kan zien. In de hoofdruimte van de stal zit een roostervloer met een legnest voor de hennen waar ze hun ei kunnen leggen, rusten, eten en drinken. Met behulp van mestbanden wordt de mest onder de roosters dagelijks afgevoerd. Aan beide zijkanten zit dan een gescheiden scharrelruimte waar de hennen kunnen scharrelen en stofbaden. 

Dit is slechts een idee, gaf Winkel aan. Hij hoopt dat mensen uit de pluimveesector met hem en zijn collega onderzoekers mee willen denken over nieuwe stalsystemen voor leghennen, vleeskuikens, opfok, vermeerderingsdieren en ander pluimvee.

Dierwelzijn en milieu combineren
Naast uitstoot van ammoniak, geur en fijnstof (milieu) moet er ook rekening worden gehouden met het dierenwelzijn bij de ontwikkeling van nieuwe stalsystemen, vindt Winkel. Hier was NVP-voorzitter Hennie de Haan het volledig mee eens. „De regering kijkt vaak naar één aspect, zoals nu fijnstof. Als belangenbehartigers pleiten we voor integrale oplossingen voor de lange termijn, waar niet alleen het fijnstofprobleem wordt opgelost. Maar ook rekening wordt gehouden met andere aspecten zoals geur en het dierenwelzijn. We hebben een sterke voorkeur voor oplossingen waarbij het klimaat in de stal verbeterd in plaats van end of pipe oplossingen.”

Als pluimveehouders het ene jaar investeren in fijnstof reducerende maatregelen, kan het volgens De Haan niet zo zijn dat ze het jaar daarop alweer in reductie van andere emissies of verhogen van het dierenwelzijn moeten investeren. Pluimveehouders kunnen namelijk niet jaar in jaar uit blijven investeren.

Strooisel nodig
Volgens leghennenhouder Herwin Lichtenberg zit de maatschappij niet te wachten op kippen op roosters. Maar moeten ze in het strooisel kunnen blijven scharrelen. „Betrek De Dierenbescherming en Wakker Dier ook bij de ontwikkeling van nieuwe stalsystemen. Laat die organisaties aangeven wat ze willen. Dan hoeft de pluimveesector niet telkens in de verdediging”, adviseerde hij. 

Winkel gaf daarop aan dat hij regelmatig overlegd met zijn collega onderzoeker Ingrid de Jong die onderzoek naar dierenwelzijn bij pluimvee. „We gaan niet terug naar de legbatterij. Maar als de pluimveesector op termijn houderijsystemen ontwikkeltd waarbij de mest snel de stal verlaat en dieren niet langer op hun eigen mest(strooisel) lopen, dan is de sector van een hoop problemen verlost.” 

Een andere pluimveehouder gaf aan dat er veel bestaande stallen zijn. „Als we in bestaande stallen de uitstoot willen verlagen, dan zouden we toch één van de bestaande technieken moeten gebruiken.” Hier was Winkel het mee eens.

Tekst:Tom Schotman

 
 

Inloggen op de ledenportal