Pluimveeweb: Vogelgriep sneller opsporen

24-03-2017

„De ervaring van de afgelopen jaren met introducties van laag- en hoogpathogene aviaire influenza virussen op commerciële pluimveebedrijven laten zien dat de huidige regelgeving niet toereikend is en toe is aan een aanpassing”, stelde Elbers tijdens de LIV Venray. Hij gaf daar de presentatie ‘Hoe eerder, hoe beter: Vogelgriep sneller in het snotje’.

„Pluimveehouders hadden vaak eerder een verdachte situatie kunnen melden bij dierenarts of NVWA”, zei Armin Elbers. Aan de hand van een aantal laag en hoog pathogene introducties uit het verleden liet hij zien hoe met nieuw ontwikkelde detectie-algoritmen de nieuwe normen voor meldingsgrenzen (sterfte) er uit gaan zien. Hierdoor kan de pluimveesector sneller bij een uitbraak zijn zonder dat ze te vaak moet reageren op een vals-positief signaal.

Pik signalen direct op
Met behulp van praktijkbedrijven liet Elbers zien dat de signalen zoals verhoogde sterfte, verlaagde voeropname en productiedaling al vaak meerdere  dagen eerder te zien waren dan de reactie van de pluimveehouder om wat dode kippen in te sturen voor onderzoek bij de GD. Hij adviseert pluimveehouders om dagelijks alle kenmerken nauwkeurig te volgen en te vergelijken met voorgaande dagen. „Zorg dat je gevoel bij die cijfers hebt, dan kun je eerder afwijkingen constateren,” is zijn advies. Het is in het algemeen van nut omdat het belangrijke kenmerken zijn waarmee men de bedrijfsvoering kan sturen.

Vogelgriep kan zich op stalniveau uiten. Het is daarom belangrijk om alle kenmerken, voeropname, productie en uitval op stalniveau te volgen en analyseren. Dit verhoogt de kans op eerdere constatering van vogelgriep. Als de huidige uitval op een pluimveebedrijf drie of meer keer hoger is in vergelijking met het gemiddelde van de vorige week, dan is het advies om uitsluitdiagnostiek voor vogelpest aan te vragen via de dierenarts. Als de sterfte 2-3 dagen exponentieel toeneemt dan moet men zo sowieso de NVWA waarschuwen voor een klinisch zeer verdachte situatie.

De normale variatie in uitval tussen pluimveebedrijven en het verschil in uitval aan het begin en einde van de legperiode wordt in de huidige normen niet meegenomen. „Het berekenen van de actuele uitval ten opzichte van het gemiddelde van de voorgaande week is een veel betere maatstaf”, aldus de onderzoeker.

Slimme oplossingen
Goede alternatieven voor de toekomst zijn het vastleggen van legkalendergegevens via app op smartphone of tablet zodat er meer data uitwisseling mogelijk wordt en via de app een automatisch alarm de pluimveehouder zal bereiken. WBVR-onderzoekers kunnen via detectie algoritmen hiervoor modellen ontwikkelen en deze inbouwen in een app. Met behulp van legkalenders van koppels met hoog- en laagpathogene vogelgriep van afgelopen jaren zijn de gevoeligheid van nieuwe grenzen berekend.

Armin Elbers, senior onderzoeker en epidemioloog, is werkzaam bij Wageningen Bioveterinary Research sinds 2003.  Elbers verricht onder andere onderzoek naar vroeg-waarschuwingsystemen voor snelle detectie van aangifteplichtige dierziekten als mond-en-klauwzeer, varkenspest en vogelpest. Dit onderzoek vindt plaats in kader van een OneHealthForFood PPS project en als onderdeel van de Wettelijke Onderzoekstaken voor het Ministerie van EZ.
 

Tekst:Monique van Loon

 
 

Inloggen op de ledenportal