Pluimveeweb: LTO/NOP: 150 tot 300 miljoen schade door fipronil

08-08-2017

De schade voor een gemiddeld getroffen pluimveebedrijf door fipronil loopt in de tonnen en bedraagt 150 miljoen tot 300 miljoen voor de gehele sector. Het bestaansrecht van vele bedrijven wordt acuut bedreigd.

Dat schrijft LTO/NOP maandag 7 augustus in een reactie op de Kamerbrief van Schippers. Volgens de belangenbehartiger is er sprake van een grote crisis in de legpluimveesector, die alle bedrijven in deze sector betreft.

De NVWA wist 19 juni al over fipronil. In de periode tussen 19 juni en 22 juli zijn nog diverse stallen behandeld tegen bloedluizen door Chickfriend. Daarnaast zijn er in die periode in veel van de stallen die al eerder met het middel behandeld waren, een nieuw koppel jonge hennen gekomen, die nu ook belast zijn met fipronil. „Deze schade had voorkomen kunnen worden als eerder was ingegrepen en Chickfriend haar illegale bedrijfsactiviteiten had moeten stoppen”, stelt LTO/NOP.

‘Bemonstering duurde te lang’

„Door een gebrek aan personeel bij de NVWA voor bemonstering en een te kleine onderzoekscapaciteit heeft het onderzoek van eieren van pluimveebedrijven langer geduurd dan noodzakelijk was. Daarnaast is er in veel individuele gevallen sprake van onduidelijkheid bij de communicatie met de NVWA. Dit leidt tot veel ergernis bij getroffen pluimveehouders”, betoogt LTO/NOP.

Calamiteitenfonds

„Daarnaast pleiten wij voor het instellen van een calamiteitenfonds om gedupeerde pluimveehouders tegemoet te komen. De meeste getroffen bedrijven hebben reeds contact met hun verzekeringsmaatschappij, maar lijken niet gedekt te zijn voor de huidige schade.”

„De meeste bedrijven hebben ook een brief aan Chickfriend gestuurd waarin zij het bedrijf aansprakelijk stellen. Maar ook indien Chickfriend juridisch aansprakelijk wordt gesteld, zijn er naar alle waarschijnlijkheid niet voldoende middelen om alle gedupeerde bedrijven tegemoet te komen.”

„De economische schade voor zowel bedrijven die het betreffende middel hebben gebruikt als de overige legpluimveebedrijven is niet te overzien. Dit kan in onze ogen niet gezien worden
als een normaal bedrijfsrisico, aangezien de betreffende bedrijven in de veronderstelling waren aan de regels en normen te voldoen. Zij zijn onschuldig aan deze crisis en mogen dus niet voor de situatie opdraaien. Wij vrezen dat dit echter wel zal gebeuren indien er geen calamiteitenfonds komt”, stelt LTO/NOP.

Consumentenvertrouwen

Naast het verkennen van de mogelijkheden voor een calamiteitenfonds, verwacht LTO/NOP van de overheid dat zij individuele bedrijven zoveel mogelijk bijstaat en faciliteert in het weer op gang brengen van de bedrijfsvoering en inzet op het zo laag mogelijk houden van de kosten voor deze bedrijven.

Het gaat daarbij niet alleen om bijvoorbeeld protocollen, maar ook sociale hulpverlening. „Voor de sector als geheel is het van belang dat de overheid daar waar mogelijk haar bijdrage levert aan het herstellen van het consumentenvertrouwen”, aldus LTO/NOP.

Tekst:Tom Schotman

 
 

Inloggen op de ledenportal