Pluimveeweb: Aandacht voor concurrentiepositie in pluimveevisie

26-10-2016

LTO/NOP-voorzitter Eric Hubers en NVP-voorzitter Hennie de Haan hebben dinsdag 25 oktober de nieuwe pluimveevisie aan staatssecretaris Martijn Van Dam aangeboden. Hierin is aandacht voor de concurrentiepositie van Nederlandse pluimveehouders. LTO/NOP en NVP willen dat er een eind komt aan oneerlijke concurrentie. Ze willen een gelijk speelveld voor Nederlandse pluimveehouders met dezelfde productievoorwaarden als hun buitenlandse collega’s.

In de pluimveevisie staan vier thema’s centraal:

  1. Veelzijdig en marktgericht;
  2. Gezond voor mens en dier;
  3. Energie en milieu;
  4. Maatschappij en omgeving.

LTO/NOP en NVP willen een gelijk speelveld voor Nederlandse pluimveehouders met dezelfde productievoorwaarden. Import vanuit landen met lagere standaarden zetten verduurzaming onder stuk, volgens de belangenbehartigers.

Nu worden in het buitenland gehouden en geslachte dieren, in Nederland verwerkt tot pluimveeproducten en vervolgens als EU of Nederlands pluimveevlees vermarkt. LTO/NOP en NVP willen dat hier een eind aan komt.

„Wij willen naar een situatie waarbij Nederlandse pluimveeproducten zich kunnen onderscheiden. Etikettering met ‘land van herkomst’, zijnde het land waar het dier heeft geleefd, is daarvoor noodzakelijk. Eieren moeten gestempeld worden op het pluimveebedrijf in het land van productie”, schrijven LTO/NOP & NVP.

Diermeel terug

De pluimveesector wil dat bij het Diergezondheidsconvenant het principe ‘wie betaalt, bepaalt’ meer wordt toegepast en er sneller en meer inzicht wordt gegeven in gemaakte bestrijdingskosten. Voor behoud van draagvlak bij de achterban is dat essentieel.

De ambitie is dat ingrepen bij pluimvee in 2025 niet meer worden uitgevoerd, mits dit vanuit oogpunt van dierwelzijn verantwoord is. „De huidige ontwikkelingen bij het snavelbehandelen laten zien dat een snelle omslag gemaakt kan worden als de vraag uit de markt komt en de hogere kostprijs ook door de markt betaald wordt en niet door wetgeving.”

Qua pluimveevoer heeft vooral de toepassing van alternatieve grondstoffen prioriteit. „De focus ligt op verantwoorde toepassing van insecten, herintroductie van dierlijke eiwitten en voor humane consumptie geproduceerde voedingsmiddelen die daarvoor niet meer geschikt zijn, maar nog prima geschikt zijn in diervoeders.”

Pluimveerechten afschaffen

Omdat nagenoeg alle pluimveemest wordt verwerkt, kunnen pluimveerechten worden afgeschaft, volgens NOP en NVP. „Het productierechtenstelsel werkt volgens hen kostprijsverhogend en zet de sector daarmee op eennadelige concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland.”

Mocht de politiek besluiten het stelsel van pluimveerechten tijdelijk te behouden, dan zijn enkele aanpassingen noodzakelijk, volgens de belangenbehartigers.

„Door middel van slimme combinaties van bestaande en nieuwe technieken is de uitstoot van fijnstof door pluimveebedrijven in 2025 significant verminderd. Integrale oplossingen gericht op verbetering van het stalklimaat hebben daarbij de voorkeur”, aldus LTO/NOP en NVP.

Maatschappelijke acceptatie

Voor de internationale voorbeeldfunctie en export van kennis en techniek, is het noodzakelijk om als Nederlandse pluimveesector maatschappelijk geaccepteerd te kunnen ondernemen en innoveren.

„Verantwoord verder verduurzamen van de pluimveesector vraagt om vrijwillige- en marktinitiatieven in plaats van opgelegde (boven)wettelijke (duurzaamheid)eisen die de continuïteit van de pluimveehouderij in Nederland in gevaar brengen. De overheid faciliteert en de sector ontwikkelt binnen de gegeven kaders”, schrijven LTO/NOP & NVP.

Tekst:Tom Schotman

 
 

Inloggen op de ledenportal