Pluimveeweb: Hennie de Haan: 'Leren leven met vogelgriep'

02-01-2017

'We zullen moeten leren leven met vogelgriep. Op korte termijn moeten we de opvattingen en effecten van natuurbeheer in Nederland ter discussie stellen.' Hennie de Haan, voorzitter van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP), blikt terug en kijkt vooruit.

In november 2014 was ik net gekozen als voorzitter van de NVP.  Na de 1e hilariteit over de toepasselijkheid van mijn naam voor de functie, werd de pluimveesector voor het eerst in 11 jaar geconfronteerd met introducties van HPAI. Voor mij een vuurdoop, voor de sector een landelijke stand still, een inleg- en opzetverbod,  die de sector grote financiële schade brachten. Uiteraard wilde niemand een herhaling van het verloop in 2003. Toch was er veel kritiek op de aanpak van de Nederlandse overheid in 2014.

Vertrouwen
Evaluatie leert zowel de sector als overheid begrip te krijgen voor knelpunten, oplossingsrichtingen en de haalbaarheid van die laatste categorie. Sommige dingen kunnen vrij snel en eenvoudig worden gerealiseerd, andere duren langer en vergen ook vertrouwen. Vertrouwen dat pluimveehouders zelf doen wat zij kunnen doen om insleep te voorkomen èn vertrouwen dat de overheid snel en adequaat zal anticiperen op virusdreiging en geen zwaardere maatregelen zal inzetten dan nodig is.

Besmette trekvogels
Introductie vanuit de natuur was lange tijd een omstreden punt. De vogels die in Azië besmettingen hadden opgedaan vlogen toch immers niet van oost naar west? Nee, maar wel van zuid naar noord, waar ze vogels die naar onze regio trekken, besmetten.

November 2016, slechts 2 jaar later, wordt Europa geconfronteerd met een enorme HPAI virusdruk; wilde watervogels worden massaal dood aangetroffen. Deze keer in Nederland geen discussie over de bron van besmettingen en een preventief ophokgebod. Met strikte naleving van hygiëne-protocollen hopen we het virus buiten de deur van stallen te houden. Het heeft helaas niet zo mogen zijn.

De ‘lokale’ bestrijding (met een BT-gebied per besmetting) levert minder verstrekkende gevolgen op voor de sector. Voor zover je kunt spreken van winst is het leergeld van 2003 en 2014 de winst van nu en naar de toekomst. Snel en proactief handelen voorkomt versleping. Per bedrijf analyseren waar de zwakke schakels zitten en deze aanpakken, is hét maatwerk wat de kans op introducties verder verkleint. Helaas zijn zowel de directe als indirecte schade in Nederland ook nu weer groot, de angst is alom aanwezig en hebben bepaalde deelschakels nog steeds knelpunten, die zij in 2003 ook al hadden.

Toekomst
We zullen moeten leren leven met vogelgriep. Signalen uit de natuur, zijn waarschuwingen voor onze sector en overheid om verstandig op te anticiperen. Doorgeschoven vraagstukken moeten worden opgelost, zoals transport en inleg van broedeieren uit BT-gebieden, alsook een Europese akkoord over verruiming van de maximale ophokperiode voor vrije uitloopeieren. De kans op insleep bij pluimveebedrijven moeten we verder zien te reduceren. Daarvoor zijn ook initiatieven aangedragen, waarvan de haalbaarheid nog moet worden onderzocht. Ongediertebestrijding buiten stallen is en blijft essentieel. Ontwikkeling van vaccins en –toedieningstechnieken, alsook  wereldwijde acceptatie voor pluimveevlees- en ei(producten) van gevaccineerde dieren, vergen nog veel tijd en geld.

Verantwoord natuurbeheer
Wat op korte termijn kan en moet is opvattingen en effecten van natuurbeheer in Nederland ter discussie stellen. Tegen welke prijs willen we in Nederland wilde vogels aantrekken? Het Faunafonds keerde in 2012 9,2 miljoen uit voor schade door ganzen. In de eerste helft van 2016 was dat al 16,3 miljoen. Kan de pluimveesector ook een claim indienen of gaan natuurbeschermingsorganisaties in de toekomst meebetalen aan het DGF?

De pluimveesector wil niet ter discussie staan als producent van eerlijk voedsel van eigen bodem.  Maar daarbij past het niet dat premies worden betaald om ’s winters weilanden onder water te zetten, ook in de buurt van pluimveestallen. Dat is vragen om grote moeilijkheden, waar de sector de prijs voor betaalt. Dat kan niet de bedoeling zijn. Mensen en dieren, zowel in het wild als commercieel gehouden, moeten op een goede en verantwoorde wijze naast elkaar kunnen leven.  Want of we nu willen of niet, we moeten leren leven met de risico’s van vogelgriep. Daarbij hoort ook verantwoord natuurbeheer.

Tekst:Hennie de Haan

 
 

Inloggen op de ledenportal