Boerderij: Rechter stelt pluimveehouders in ongelijk

24-04-2017

De 48 pluimveehouders met vrije-uitloopbedrijven die een kort geding hadden aangespannen tegen de Nederlandse staat hebben op alle fronten bot gevangen.

Al hun vorderingen, waaronder schadevergoeding, zijn afgewezen, aldus een woordvoerder van de rechtbank Den Haag.

Voorschot op geleden schade
De pluimveehouders wilden dat de overheid meer duidelijkheid geeft over de criteria voor het instellen, continueren en opheffen van de ophokplicht en over hoe verschillende belangen in de besluitvorming hierover worden gewogen. Daarnaast vroegen zij om een voorschot op de geleden en nog te lijden schade als gevolg van de ophokplicht.

Expertise en ervaring
De rechter vindt niet dat de Staat onvoldoende informatie heeft verstrekt wat betreft de stand van zaken rondom vogelgriep, gezien de vele Kamerbrieven hierover en de online gepubliceerde verslagen van de Deskundigengroep Dierziekten. Ook gaat de rechter mee in de argumenten van de landsadvocaat dat bij de risico-inschatting van de deskundigengroep en staatssecretaris geen exacte, meetbare en verifieerbare criteria gelden, maar dat een inschatting gemaakt wordt op basis van expertise en ervaring.

Terughoudendheid bij kort geding
Wat betreft het toekennen van een schadevergoeding is de rechter doorgaans heel terughoudend in een kort geding-procedure. In de zaak is niet gebleken dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld en dat de pluimveehouders recht hebben op schadevergoeding. Daarom is van een voorschot hierop geen sprake.

Mogelijk hoger beroep
Advocatenkantoor Linssen Woodrow De Ruijter advocaten, dat de pluimveehouders vertegenwoordigt, noemt de uitkomst en gedachtegang van de rechter ‘onbegrijpelijk’. De pluimveehouders beraden zich over de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan of een bodemprocedure te starten.

Toekomst
In een reactie wijzen de advocaten van pluimveehouders vooral op de toekomst. Gezien de verwachting dat er de komende jaren vaker dreiging van vogelgriep zal zijn, hebben pluimveehouders recht op de gevraagde informatievoorziening zeggen zij. Dit om de gevolgen voor bedrijfsvoering in te kunnen schatten. Ze noemen het onbegrijpelijk dat pluimveehouders informatie uit Kamerstukken moeten halen en dat pluimveehouders er maar van uit moeten gaan dat relevante feiten en omstandigheden, ook als zij niet expliciet genoemd zijn in die stukken, wel meegewogen zijn.

 
 

Inloggen op de ledenportal