Pluimveeweb: Klanten ChickFriend moet eieren laten onderzoeken

27-07-2017

Alle Nederlandse pluimveebedrijven die sinds 1 januari met bloedluisbestrijdingsmiddel van ChickFriend hebben gewerkt, mogen hun eieren, kippen en mest tijdelijk niet meer leveren. Ze moeten eerst hun eieren laten onderzoeken op de aanwezigheid van fipronil en mogen hun eieren pas weer leveren als de hoeveelheid fipronil in de eieren onder een nog te bepalen waarde blijft.

Dat meldt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) woensdagmorgen 26 juli op haar website. De NVWA blokkeert vanaf woensdag 26 juli tientallen leghenbedrijven. Op zaterdag 22 juli blokkeerde de NVWA al 7 andere leghenbedrijven, nadat daar fipronil in de eieren was aangetroffen. Bij deze 7 bedrijven had ChickFriend in juli een behandeling tegen bloedluis uitgevoerd. Het vermoeden bestaat dat daarbij fipronil is gebruikt, terwijl dit middel niet is toegestaan in de pluimveehouderij. ChickFriend zou het verboden middel in België aangeschaft hebben, luidt de verdenking.

Uit voorzorg blokkeert de NVWA daarom nu ook de bedrijven waar ditzelfde pluimveeservicebedrijf eerder dit jaar een behandeling heeft uitgevoerd. Inspecteurs nemen bij de bedrijven monsters van eieren, leghennen en mest. Wanneer er in deze monsters geen fipronil wordt aangetroffen, geeft de NVWA de bedrijven weer vrij. Treft de NVWA wel fipronil aan, dan blijven de bedrijven geblokkeerd. Zij mogen dan geen eieren, leghennen of mest meer afvoeren en zij moeten uitgeleverde eieren terughalen uit het handelskanaal.

In het onderzoek heeft de NVWA tot nu toe in eieren geen concentraties  aangetroffen die een direct gevaar voor de volksgezondheid zijn. Bij langdurige consumptie van eieren die fipronil bevatten, kunnen er mogelijk wel schadelijke effecten optreden.

Streefwaarde

„Eric Hubers sprak woensdagmorgen 26 juli vanaf 9.00 uur namens LTO/NOP met de NVWA over de maatregelen”, zegt Hugo Bens, vakgroepvoorzitter pluimveehouderij bij de ZLTO en voorzitter van de kring leg van de vakgroep LTO/NOP.

In België spelen dezelfde problemen. Daar is al een streefwaarde bepaald. Als de hoeveelheid fipronil in de eieren onder die streefwaarde blijft, mogen Belgische pluimveehouders de eieren weer leveren. In Nederland moet die waarde nog bepaald worden.

„Ik weet niet of er voldoende laboratoriumcapaciteit in Nederland is om de eieren van alle naar schatting ruim 100 pluimveebedrijven die sinds 1 januari zaken hebben gedaan met ChickFriend de komende dagen te onderzoeken op de aanwezigheid van fipronil. Wellicht ontstaan er capaciteitsproblemen en wordt tijd een probleem omdat je tafeleieren niet te lang kunt bewaren.”

Zorgwekkend

Bens noemt de situatie zorgwekkend. „Dit zorgt voor imagoschade en wellicht ook marktschade. Wij adviseren pluimveehouders die sinds 1 januari bloedluisbestrijdingsmiddel van ChickFriend te hebben gebruikt, dit te melden bij hun rechtsbijstandverzekering.”

Pluimveebedrijven die sinds 1 januari geen zaken hebben gedaan met ChickFriend, moeten dit schriftelijk bevestigen bij hun eierhandelaar of pakstation.

IKB certificaat

ChickClean zusterbedrijf van ChickFriend had een IKB certificaat voor reiniging & ontsmetting. ChickFriend had echter geen IKB certificaat voor bestrijding van ongedierte zoals bloedluizen. „De pluimveehouders die ik heb gesproken, hebben naar eer en geweten gehandeld door met ChickFriend in zee te gaan. Ze treffen geen blaam.”

Bens heeft nog veel vragen. „Wist ChickFriend dat ze het verboden middel fipronil gebruikten bij de bestrijding van bloedluizen. Of ligt de fout bij hun leverancier”, vraagt hij zich af.

Tekst:Tom Schotman

 
 

Inloggen op de ledenportal