Boerderij: ‘Fipronilcrisis, hoe nu verder?’

11-05-2018

                    Rianne van Ginkel

Het bedrijf van Rianne van Ginkel en haar man Koos werd in 2017 getroffen door de fipronilcrisis. 10 maanden later maakt ze de balans op.

Samen met mijn man Koos houd ik 63.000 scharrelleghennen in Kootwijkerbroek. Wij zijn begonnen in 2010 in maatschap met mijn schoonouders. Door gesteggel met de bank en tegenvallende eieropbrengsten liep dit vast in 2013. Een doorstart met een nieuwe financier was de enige redding. De staatsgarantielening die nodig was, verplichtte mijn schoonouders om uit de vof te stappen, mijn jongste zwager draait sinds 2014 de andere locatie in Harskamp met 54.000 hennen.

Fipronil-ellende

2 relatief rustige jaren volgden totdat we halverwege 2017 vol in de fipronil-ellende belandden, alle 4 de stallen van de vof werden geblokkeerd. Alles wordt in de rui gezet, omdat ruimen financieel gewoon geen optie lijkt. Een dikke 3 maanden komt er geen euro binnen. Van de onzekerheid en enorme werkdruk zie ik de afdruk op mijn gezin ontstaan, de kinderen merken het en dat beïnvloedt hun gedrag niet positief. Koos is moe en prikkelbaar. Maar we moeten verder.

Mede door de goede eierprijs werpt het werk zijn vruchten af, wordt het geslagen gat op de rekening kleiner, en met de vele hulp van vrienden en familie blijven de stallen schoon en de waarden fipronil onder de norm.

Hoe nu verder?

Nu, 10 maanden verder, proberen we de balans op te maken. De enorme bult fipronil-mest achter de schuur herinnert ons dagelijks aan de feiten. De vraag van Koos of ik zou kunnen emigreren verraadt dat ook hij bezig is met de vraag ‘hoe nu verder?’. Wat willen we? Wat kunnen we? Als ik zie hoe hard wij inliepen met deze prijzen, hoeveel is er dan wel verdiend op niet-getroffen bedrijven? Hebben wij hierdoor een niet meer in te halen achterstand opgelopen? Kunnen wij de leaserechten volgend jaar wel betalen? Zijn die er überhaupt wel of wordt alles opgekocht door concullega’s om de winst te drukken? Nemen we weer het risico om 8 jaar te werken en dan weer alles kwijt te raken wat gespaard was? In een land met een overheid die geen verantwoording en beslissingen durft te nemen.

‘We zullen alles doen om op deze plek te blijven boeren, te werken, maar vooral te leven’

Snel waren we het eens: we laten ons niet wegjagen. Deze plek voelt te goed en de stallen zijn indien nodig goed om te bouwen naar een andere tak binnen de pluimveehouderij. We zullen moet bekijken wat de mogelijkheden zijn. Een vacature in mijn oude vakgebied van paardenvoeders lokt, een kans om financieel wat zekerheid te pakken. We zullen alles doen om op deze plek te blijven boeren, te werken, maar vooral te leven.

 

Gerelateerde tags:

 
 

Inloggen op de ledenportal