Pluimveeweb: 'Nieuwe lokale eiconcepten ook op Duitse markt kansrijk'

27-12-2018
Nieuwe eiconcepten met een sterke regio link groeien momenteel snel in Europa. Dit geeft zowel kansen als bedreigingen voor de Nederlandse eiersector. Het merendeel van dit marktsegment wordt namelijk beleverd door lokale Duitse producten. Maar er zijn mogelijkheden voor Nederlandse concepten waar Duitse consumenten een positieve associatie mee hebben zoals Limburgse, Twentse of wadden eieren, wanneer het verhaal daarbij goed is.

Dat zegt pluimveemarktanalist Nan-Dirk Mulder van de Rabobank. „De eiermarkt blijft verder verschuiven. Zo stijgt de vraag naar vrije uitloop en biologisch eieren in Nederland en Duitsland en zijn nieuwe eiconcepten in Duitsland steeds meer lokaal. Indien Nederland hier niet tijdelijk een antwoord op heeft dreigt deze markt verloren te gaan aan lokaal Duitse producenten.”

De Duitse supermarktketen Aldi Süd wil zich onderscheiden door vanaf 2020 alleen nog Duitse tafeleieren aan te bieden. Maar volgens Mulder bieden Nederlandse lokale eiconcepten ook kansen op de Duitse markt. „Voorwaarde is dat je er een goed verhaal bij hebt. Een steeds grotere groep consumenten kiest vaker voor lokaal geproduceerde voeding vanwege de lagere impact op het milieu. In en rond het Duitse Ruhrgebied wonen ruim 11 miljoen inwoners terwijl de afstand vanaf Midden-Limburg gering is. Met een goed verhaal biedt de verkoop van bijvoorbeeld ’ein lokales Ei aus der Region’, dat geproduceerd wordt op een Limburgs leghennenbedrijf kansen”, verwacht Mulder.

„Uit marktonderzoeken blijkt dat Duitse consumenten steeds vaker kiezen voor lokaal. Hier kunnen ook leghennenhouders in andere Nederlandse regio’s van profiteren”, motiveert de pluimveemarktanalist.

‘Investeer in productontwikkeling’

Mulder adviseert de sector te investeren in productontwikkeling; eiproducten zijn hierbij kansrijk. „De verwerking van eieren in (vloeibare) eiproducten, die bijvoorbeeld gebruikt worden voor de productie van mayonaise en advocaat, is een afzetmarkt van consumptie eieren die de laatste jaren redelijk groeit in de Europese Unie. Nederland heeft op deze markt met een aandeel van bijna 50 procent een sterke positie in Europa omdat veel eiproductenfabrikanten in ons land zitten. Daarvan kunnen Nederlandse leghennenhouders profiteren”, verwacht Mulder. Uit marktprognoses blijkt dat deze markt verder groeit de komende jaren.

De vraag naar eieren in de EU groeit weer na het kooiverbod, vooral in Noordwest Europa. De relatief lage eierconsumptie in de EU biedt groeimogelijkheden. „De eierconsumptie in de EU ligt veel lager dan in andere landen zoals Canada of Japan. De eierconsumptie in de EU nam de laatste jaren licht toe. Hier liggen kansen.”

Brexit

Nederland heeft nog steeds een dominante positie in Duitsland omdat ons land altijd snel aan de Duitse vraag kon voldoen. „De stijgende Duitse zelfvoorzieningsgraad en de Brexit zijn bedreigingen voor de Nederlandse legsector. Bovendien groeit de concurrentie vanuit Polen en in minder mate vanuit Spanje waar evenals in Polen steeds meer kooivrije stalen gebouwd worden.”

Polen ontwikkelt zich tot de grootste concurrent van Nederland. Het land verhandelt nu al bijna een kwart van allen eieren in de EU. Nederland doet circa 38 procent. „De Nederlandse legsector moet zich blijven onderscheiden om de Poolse concurrentie het hoofd te bieden”, adviseert Mulder.

De gevolgen van een Brexit zijn volgens Mulder lastig in te schatten omdat nog niet zeker is wat de uitkomst van de onderhandelingen is. „Nederland exporteert met name vloeibare eiproducten naar het Verenigd Koninkrijk en is dominant op die markt. Bij mogelijke beperkingen wordt de Nederlandse legsector harder geraakt dan legsectoren in andere EU-landen.”

Toekomst Nederlandse legsector

Een open dialoog naar de samenleving is essentieel om als sector draagvlak te houden in ons land, vindt Mulder. Nieuwe technologische innovaties leiden tot nieuwe kansen, stelt de pluimveemarktanalist. „Dankzij technologie kunnen pluimveehouders steeds meer gegevens verzamelen over bijvoorbeeld hun hennen en stal. Wanneer pluimveehouders handig gebruik maken van die gegevens kunnen ze betere beslissingen nemen waardoor hun rendement kan toenemen.”

Mulder vindt dat de sector ketenmodellen moet aanpassen aan de nieuwe marktrealiteit. „De vooruitzichten voor Nederlandse leghennenhouders zien er vrij positief uit voor de lange termijn”, zegt Mulder. „We verwachten dat de Nederlandse legstapel de komende jaren krimpt omdat leghennenhouders geen opvolger hebben of overschakelen van verrijkte kooi naar biologisch, vrije uitloop of scharreleieren. Als de legstapel krimpt daalt het aanbod. Dat heeft meestal een gunstig effect op de prijzen. Daarom ziet de toekomst er voor de blijvers vrij positief uit.”

 
Tekst: Tom Schotman
 
 

Inloggen op de ledenportal