Boerderij: Rechter: geen schadevergoeding na ophokplicht

18-06-2019
De overheid stond in zijn recht om de ophokplicht voor pluimvee in de winter van 2016/2017 ook na het verstrijken van de 12-wekentermijn te handhaven.

Pluimveehouders met vrijeuitloopkippen die niet naar buiten mochten, hebben geen recht op een vergoeding voor de schade die zij in die periode hebben geleden. Dat oordeelde de rechtbank Den Haag eind mei, blijkt uit een uitspraak die de rechtbank eerder deze maand publiceerde.

Onvoldoende informatie

13 pluimveehouders met vrije-uitloopkippen spanden een zaak aan tegen de overheid over de gang van van zaken rondom de ophokplicht in 2016/2017. Deze werd op 9 november 2016 ingesteld vanwege vogelgriep en duurde uiteindelijk 23 weken. De pluimveehouders vinden dat de overheid onvoldoende informatie heeft verschaft over waarom het handhaven van de ophokplicht noodzakelijk was. Ze vroegen om schadevergoeding en willen daarnaast duidelijkheid over de criteria voor het al dan niet instellen of handhaven van de ophokplicht.

Minister heeft veel beoordelingsvrijheid

De rechtbank laat weten dat de minister (destijds nog staatssecretaris van landbouw) veel beoordelingsvrijheid heeft in het afkondigen van maatregelen vanwege vogelgriep en dat een rechter dit dient te respecteren. Daarnaast oordeelde de rechtbank dat vogelgriep voor de pluimveesector een normaal bedrijfsrisico is en dat een ophokplicht een passende en voorzienbare maatregel is. “Inherent aan de keuze voor een onderneming gericht op vrijeuitloopkippen is de gevoeligheid voor vogelgriepuitbraken en zijn maatregelen die de overheid in verband daarmee neemt en de bedrijfsvoering kunnen verstoren,” aldus de rechters.

Veterinair verantwoord

De rechtbank concludeert dat de overheid de ophokplicht pas opheft als het veterinair verantwoord is, en daarin alle belangen meeweegt. De pluimveehouders hebben niet duidelijk kunnen maken waarom het handhaven van de ophokplicht begin 2017 onrechtmatig is, vinden de rechters. Ook stellen zij dat de overheid wel degelijk voldoende informatie verstrekte. Onder meer via overleg met sectorvertegenwoordigers, via online gepubliceerde verslagen van de deskundigengroep Dierziekten en via Kamerbrieven (die openbaar zijn). De 13 pluimveehouders zijn daarom volledig in het ongelijk gesteld, en zijn veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van de Staat.

 
 
 

Inloggen op de ledenportal