NieuweOogst: Onderzoeker Giersberg: 'Broederhaantjes nieuw ethisch dilemma'

Het is mogelijk om de haantjes van leghenrassen, broederhaantjes, te houden. Maar er is niet of nauwelijks een markt voor dit vlees en de productie is niet duurzaam. Daarmee roept dit een nieuw ethisch dilemma op, stelt onderzoeker Mona Giersberg.

Giersberg heeft aan de Universiteit van Hannover onderzocht welke voorwaarden er zijn voor het opfokken van broederhaantjes. Om pikkerij en uitval door agressie te voorkomen, blijkt het nodig te werken met een bezetting van hooguit tien dieren per vierkante meter. Daarnaast zijn zitstokken nodig en afleidingsmateriaal als strobalen.

De broederhaantjes mogen hooguit 70-75 dagen oud worden. Ze wegen dan ongeveer 1,3 kilo en hebben meer dan 10 kilo voer op. Het vlees moet 10 euro per kilo kosten.

'Naast het hoge voerverbruik en de extra eisen aan de houderij, is het grootste probleem dat er nauwelijks een afzetmarkt is voor de haantjes', merkt Giersberg. 'Wat doe je er dan mee? Dat is minstens zo'n groot ethisch probleem als het doden van eendagshaantjes. Het seksen van de broedeieren lijkt een betere optie.'

Tegen het doden van eendagshaantjes van legrassen bestaat weerstand. Het is in Duitsland per 1 januari 2022 verboden. De mogelijke alternatieven zijn het seksen van broedeieren of de opfok van broederhaantjes.