Financieel Dagblad: Nederlandse boeren slachtoffer van eigen succes

16-04-2019

Het is een 'schande' dat de prijs die Nederlandse boeren ontvangen voor melk, tarwe of kip al decennia niet stijgt, zeggen voormannen uit de landbouwsector. Klopt dat? En hoe kan dat? 'De boer geeft alle voordeel van technische vernieuwing door aan de consument.'

 

'Altijd de laagste!' Verontwaardigd schreeuwt boerenleider Hans Huijbers het uit, tot schrik van de zeshonderd genodigden in de stampvolle partytent naast zijn koeienstal in het Brabantse Wintelre eerder deze maand. De vertrekkend voorzitter van de agrarische belangenclub ZLTO weet hoe hij met zijn krachtige stem de menigte kan bespelen.

In het kort

Landbouwvertegenwoordiger klagen dat de prijzen die boeren krijgen structureel laag blijven, terwijl de consumentenprijzen juist stijgen.

Een van de redenen is dat boeren hun productie sneller vergroten dan de vraag toeneemt.

Boeren accepteren ook vaak lage prijzen omdat zij de continuïteit van hun bedrijf belangrijker vinden dan hun inkomen.

Omdat ze nu alleen op prijs concurreren moeten ze meer met onderscheidende producten proberen te komen.

Versterkt door microfoon en geluidsinstallatie roept Huijbers nogmaals die kreet uit het reclamespotje van supermarktketen Jumbo, maar dan nog harder: 'Altijd de laagste!'

'De melkprijs die de boer ontvangt, is al veertig jaar dezelfde,' verklaart Huijbers in zijn toespraak op dit speciaal voor hem georganiseerde afscheidscongres. 'Maar de kosten die de boer maakt voor die melk zijn 280% gestegen.'

Die gele supermarkt

Hij haalt diep adem, en concludeert, opnieuw met stemverheffing: 'Iedere keer als die gele supermarkt “altijd de laagste” roept, is een schande! Want iemand betaalt de rekening.' In deze thuiswedstrijd voor een zaal met agrariërs hoeft Huijbers niet hardop uit te spreken wie volgens hem opdraait voor de prijsstunts van de supers: de boeren betalen de rekening. 'Elke politicus die dit niet aanpakt, is het niet waard dat hij blijft zitten', roept Huijbers, die spontaan met applaus wordt onderbroken.

De voorman van de 15.000 boeren en tuinders vertegenwoordigende ZLTO raakt een snaar bij zijn achterban met zijn onvrede over de prijzen. Als hij is uitgesproken, beloont de zaal hem met een staande ovatie. Sommige toehoorders zijn zelfs zichtbaar geëmotioneerd.

Huijbers is niet de enige voorman in de landbouwsector die afgelopen weken het prijsniveau hekelde. Ook bestuursvoorzitter Dick Hordijk van boerencoöperatie Agrifirm had het over de langdurig lage prijzen, half maart bij de presentatie van zijn jaarcijfers. 'Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek ontvangt een boer voor een liter melk of een kilo kip al dertig jaar hetzelfde. Ik ken geen enkele andere sector waar de prijzen niet omhoog gaan.'

Frustratie

De stagnerende prijzen leiden volgens Hordijk ‘tot frustratie’ onder de boeren. ‘Ze krijgen hierdoor het gevoel dat ze geparkeerd zitten.’ Ondertussen neemt de maatschappelijke druk op boeren om te veranderen toe, signaleert Hordijk. De eisen aan de boeren over bijvoorbeeld dierenwelzijn, biodiversiteit of klimaat stapelen zich op. Eisen die de boer geld kosten. Het gevolg? ‘Sommige boeren radicaliseren, omdat ze denken: “Hoe dan?”, zegt Hordijk.

Marc Calon, voorzitter van de landelijke landbouwkoepel LTO Nederland, sprak vorige maand in een interview met Het Financieele Dagblad over 'het grote schandaal’: de Nederlandse boer ontvangt evenveel of nog minder voor zijn waar dan decennia geleden. Calon, die zelf net als zijn vader akkerbouwer is: ‘Mijn vader kreeg meer voor een kilo tarwe dan ik. De melk is per liter alleen maar goedkoper geworden. Dat dwingt de boer steeds maar meer, meer en meer te produceren om toch maar een beetje aan zijn inkomen te komen.’

Prijzen dalen al 150 jaar

Klopt dit? Zijn de prijzen die boeren voor hun producten ontvangen inderdaad hetzelfde als dertig jaar geleden? 'Ja, de trend is al sinds begin vorige eeuw dat de prijzen op de wereldmarkt voor primaire landbouwproducten nominaal hetzelfde blijven of dalen. De reële prijzen dalen zelfs al 150 jaar,' antwoordt Huib Silvis van Wageningen Economic Research. Silvis leidt in Nederland het onderzoek naar landbouw- en voedselprijzen.

'De prijzen die de boeren ontvangen, kunnen op korte termijn behoorlijke schommelingen laten zien, door bijvoorbeeld een misoogst of een handelsconflict. Maar op de lange termijn gaat de trend naar beneden,' zegt Silvis. 'De wereldlandbouworganisatie FAO voorspelt dat die neergaande trend ook de komende decennia doorgaat.'

Hoe kan dat? Anderhalf miljard mensen hebben nu toch al te weinig eten? Het beeld is toch dat door de groei van de wereldbevolking en de toenemende welvaart die voedselschaarste toeneemt? Waarom stijgen de voedselprijzen dan niet? 'Veel hongerigen hebben geen koopkracht,' verklaart Silvis. De zogenoemde inkomenselasticiteit voor landbouwproducten is laag, zegt hij. 'Dat betekent dat de welvaartsgroei niet naar de aankoop van landproducten gaat,' verklaart Silvis. Een mens kan maar een biefstuk per dag op, bedoelt de landbouweconoom.

Koe levert steeds meer melk

Een nog belangrijker oorzaak van de uitholling van de agrarische prijzen is volgens Silvis dat het aanbod zich sneller heeft ontwikkeld dan de vraag. 'Het landbouwareaal in de wereld neemt niet toe, maar de productie per hectare neemt nog steeds wel toe. Het aantal liters melk per koe groeit nog steeds.' Boeren in de wereld produceren steeds efficiënter voedsel. Nederland is daarin koploper.

De boeren hebben de dalende prijzen voor hun producten voor een groot deel aan zichzelf te danken, analyseert Silvis. 'In feite doen de producenten het zichzelf aan. Ze vergroten hun productie nog meer dan de vraag toeneemt.'

En dan noemt Silvis nog iets dat kenmerkend is voor de grondgebonden landbouw zoals de veeteelt en akkerbouw. 'Die heeft een “atomistische structuur”, waarin de boer eigenaar is van de grond en de productiemiddelen. Zijn werknemers zijn familie.'

Dat 'atomistische' leidt er volgens Silvis toe dat iedere boer individueel beslist of hij de prijs voor zijn melk, tarwe of vlees accepteert. 'Noodgedwongen zijn de boeren prijsnemer. Ze moeten daarbij vaak genoegen nemen met een beloning onder marktconform. Een boer vindt de continuïteit van zijn familiebedrijf vaak belangrijker dan de hoogte van zijn inkomen.' Anders dan in de meeste andere beroepen komt volgens Silvis bij boeren van oudsher de vraag 'gaan we door of gaan we niet door?' pas aan de orde bij de generatiewisseling.

Consument betaalt wel meer

Voor de boeren is het wrang dat 'de prijs die consumenten betalen voor landbouwproducten wel stijgt, maar de prijs die de producent ontvangt niet', analyseert sectormanager en directeur food & agri Carin van Huët van Rabobank op het hoofdkantoor in Utrecht. Rabo is met 86%-marktaandeel veruit de belangrijkste financier van de Nederlandse landbouw. 'De primaire producent is niet degene die de prijs bepaalt. De boer is de laatste in de keten.'

'Boeren zitten in een tredmolen,' verklaart de voormalige Rabobank-directeur agri & food Ruud Huirne even later elders in het hoofdkantoor. Hij is tegenwoordig adviseur duurzaamheid voor Rabo. 'Ze produceren allemaal hetzelfde. Alle melk heeft dezelfde kleur. En ze produceren meer dan de markt vraagt. De boer die het goedkoopst produceert, is in het voordeel. Goedkoop produceer je door voorop te lopen met technologische vernieuwing. De boer die de laagste prijs vraagt, bepaalt de marktprijs. De boer geeft alle voordeel van technische vernieuwing door aan de consument.'

Huirne noemt dit de 'commodity-trap': de productie van massagoederen zonder onderscheidend vermogen. 'Het enige onderscheid is de prijs.'

Zou de inkoopmacht van de supermarktketens ingeperkt moeten worden, zoals in het Europarlement wel wordt geopperd, opdat boeren hogere prijzen kunnen krijgen? Huirne ziet daar weinig in. 'Supermarkten kun je niet dwingen om te kopen. Als vlees uit Brazilië goedkoper is dan uit Europa, kopen ze in Brazilië.'

De enige uitweg uit de prijzenslag is volgens Huirne dat boeren 'onderscheidende' producten maken. 'Zoals FrieslandCampina doet met topmelk, waarvoor consumenten bereid zijn meer te betalen.'

Dit artikel is het eerste van een drieluik. Komende week verschijnen nog deel twee, over de positie van de Rabobank in de Nederlandse landbouw, en deel drie, over nieuwe ondernemingsvormen die boeren soelaas moeten bieden voor de peperdure Nederlandse landbouwgrond.

 

Correctie

In de grafiek over de melkprijs stond ten onrechte dat de melkprijs voor de boer in 2018 op €0,54 per liter lag. Het juiste bedrag is €0,36 per liter. De rode lijn in de grafiek was wel gebaseerd op het juiste bedrag. De grafiek is inmiddels aangepast.

 Vasco van der Boon
 
 
 

Inloggen op de ledenportal