Pluimveeweb: 'Je schiet jezelf in de voet als je zegt dat het RIVM-model niet deugt'

17-10-2019
Toen hij vorige week de hoorzitting aanvroeg, wilde Thierry Baudet ‘de waarheid over stikstof aan het licht brengen’. De vraag is of hem dat gelukt is. Wetenschappers en juristen stortten een overvloed aan informatie over de Kamerleden uit. 'Als je stelt dat het RIVM-rekenmodel niet deugt, dan is vergunningverlening op basis daarvan niet mogelijk. En als er geen ander model is, dan kun je dus helemaal geen vergunningen afgeven.'

Woensdag luisterde de landbouwcommissie van de Tweede Kamer meer dan twee uur lang naar wetenschappers, wetenschapsjournalisten, advocaten en een enkele ecoloog over het stikstofprobleem in Nederland. In het eerste deel stond vooral de wetenschap centraal, en dan meer specifiek het rekenmodel van het RIVM. Geesje Rotgers en Jan Cees Vogelaar, die als eersten aan het woord kwamen, toonden aan dat er grote onzekerheden in het model zitten. „Vanwege één gram stikstof worden projecten stilgelegd terwijl het model onzekerheden van 10 tot 20 kilo bevat”, stelde Rotgers. „Het is een papieren werkelijkheid.”

Je kunt pas beleid maken, voegde Vogelaar toe, als je zeker weet hoe het zit. Daarbij, stelde Cyril Wentzel van de Groene Rekenkamer, zijn de RIVM-modellen zo complex dat ze de werkelijkheid vertroebelen in plaats van verhelderen.

Stikstof is ingewikkeld

„De modellen zijn zo ingewikkeld omdat het gedrag van stikstof in de natuur nu eenmaal ingewikkeld is”, pareerde RIVM’er Erik van Luik. „Maar ons model is robuust.”

VU-hoogleraar stikstofstudies Jan Willem Erisman beaamde dat. „Andere modellen ondersteunen de uitkomsten van het RIVM-model”, stelde hij.

Volgens de wetenschappers kan Aerius, het model op grond waarvan vergunningen worden uitgegeven, goed gebruikt worden, ook al is er onzekerheid over de absolute stikstofdepositie in een gebied. „Het gaat daarbij niet om die absolute hoeveelheid”, stelde RIVM-onderzoeker Addo van Pul, „het gaat om wat er eventueel bijkomt. En dat berekent Aerius goed.” Volgens Van Luik is er juist veel voor te zeggen om hetzelfde rekenmodel te gebruiken voor landelijke en gebiedsgerichte berekeningen. „Je moet provinciaal beleid maken vanuit een landelijk model”, vond hij, „anders ben je bezig met twee verschillende systemen.”

Barry Madlener (PVV) wilde van de wetenschappers weten wat het grote verschil is tussen de modellen van Denemarken en Nederland. Maar dat is er niet, antwoordden Erisman en Van Pul. De modellen zijn grotendeels hetzelfde; wat verschilt is het beleid dat op grond daarvan wordt ontwikkeld.

Habitatrichtlijn

Het in twijfel trekken van het rekenmodel is niet slim, vertelden de juristen in het tweede blok. Het brengt boeren en anderen alleen maar verder van huis. „Het probleem daarbij is de Europese Habitatrichtlijn”, stelde hoogleraar Kees Bastmeijer. Die richtlijn is gebaseerd op het voorzorgprincipe - als je niet zeker weet of iets schade toebrengt aan de natuur of niet, dan moet je ervan uitgaan dat het zo is. Als je dus stelt dat het RIVM-rekenmodel niet deugt, dan is vergunningverlening op basis daarvan niet mogelijk. En als er geen ander model is, dan kun je dus helemaal geen vergunningen afgeven.

Stikstofbrief afgeschoten

De juristen lieten ook weinig heel van de stikstofbrief van het kabinet. Je kunt de vergunningverlening niet lostrekken als je 30 procent afroomt, stelde Bastmeijer. Ook daar zit de Europese Habitatrichtlijn in de weg. Volgens die richtlijn kun je pas aan vergunningverlening denken als de natuurgebieden een gunstige staat van instandhouding hebben bereikt. „Maar de afgelopen jaren, onder de PAS, is de situatie in de natuur enkel maar verergerd.” Alle verlaging van de stikstofproductie moet volgens die wet dus eerst worden ingezet voor natuurherstel, betoogde hij. Pas als de natuur weer in goede staat is, kun je denken aan nieuwe vergunningverlening.

Landbouwjuriste Franca Damen zag nog meer problemen. Het wegnemen van latente ruimte bij boeren is ingrijpen in hun eigendom. Dat kun je niet zomaar doen. Als de regering dat doorzet, kan ze schadeclaims verwachten.

Duitse normen

De Kamer wilde graag weten waarom de normen in Nederland zoveel strenger zijn dan in de buurlanden. Volgens de juristen kan dat eraan liggen dat Duitse natuurgebieden in een betere staat zijn dan de Nederlandse. Maar belangrijker, vertelde de Utrechtse hoogleraar Gé Backus, is het dat de Duitse normen nooit zijn getoetst bij het Europese Hof van Justitie. Hij betwijfelt of de Duitse normen zo’n toets kunnen doorstaan.

Het was reden voor Esther Ouwehand om aan te kondigen dat de PvdD aan de regering vraagt om een zogenaamde inbreukprocedure op te starten, waarin Nederland aan het Europese Hof van Justitie vraagt om de wetten van die landen juridisch te toetsen. Ze zal daarvoor een motie indienen bij het stikstofdebat van donderdag.

 
Tekst: Wim van Gruisen
 
 

Inloggen op de ledenportal