NieuweOogst: Uitbraak van Egg drop Syndrome op pluimveebedrijf

10-02-2020

Op meerdere pluimveebedrijven in Zuid-Nederland kampen pluimveehouders met productiedalingen van meer dan 10 procent. Soms is er ook sprake van afwijkende eischalen en windeieren. Op één bedrijf is het Egg drop Syndrome (EDS) aangetoond.

De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) kreeg de afgelopen maand meerdere signalen van pluimveehouders over productiedalingen, al dan niet in combinatie met afwijkende schalen. Op sommige bedrijven daalde de productie met meer dan 10 procent, en in enkele gevallen was er sprake van windeieren.

De problemen doen zich vooral voor in Zuid-Nederland, in de driehoek Venray-Veghel-Weert. Het betreft zowel leg- als vleestypische dieren. De GD voerde samen met pluimveepractici onderzoek uit, onder andere door het bijplaatsen van SPF-dieren bij drie verschillende koppels. SPF staat voor Specific Pathogen Free. Deze kippen zijn vrij van specifieke ziektekiemen.

In een van deze koppels is de aanwezigheid van het EDS-virus aangetoond door middel van serologisch onderzoek bij de SPF-hennen. Of dit virus ook bij de andere koppels heeft gespeeld, is vooralsnog onduidelijk.

Dierenarts inschakelen
De GD raadt pluimveehouders aan om alert te zijn. 'Mocht u een duidelijke productiedaling zien, dan is het belangrijk om uw dierenarts tijdig te informeren. Voor EDS is het belangrijk om vroeg in de uitbraak een diagnose te stellen', schrijft de GD op haar website.

EDS veroorzaakt een snelle daling in de eierproductie, die ongeveer vier tot tien weken aanhoudt. Een ander opvallend symptoom is dat de eischaal is aangetast. Denk aan dunne en zachte eischalen en eieren zonder eischaal. Omdat deze eieren makkelijk in het systeem verdwijnen of door de kippen worden opgegeten, merken pluimveehouders deze afwijkende eieren soms niet op en wordt er enkel een productiedaling waargenomen.

Nakomelingen
Bij EDS is er sprake van een atadenovirus. Het kan via de eieren van de moeder aan de nakomelingen worden overdragen (verticale spreiding). Hoewel de jonge kuikens hier niet ziek van worden, houden zij het virus bij zich en kunnen zij later in hun leven EDS krijgen. Dit gebeurt dan meestal aan het begin van de productieperiode, voor ze de piek hebben bereikt.

Het virus kan ook horizontaal spreiden, van koppel naar koppel. In veel uitbraken met horizontale spreiding wordt transmissie via eiertrays beschreven. Incidentele besmetting van commerciële koppels vanuit wildreservoirs is mogelijk, bijvoorbeeld via de mest van wilde vogels. Eenden en ganzen zijn bekende reservoirgastheren.

 
 

Inloggen op de ledenportal