Boerderij: Viroloog over vogelgriep: ‘Ik hou mijn hart vast’

27-11-2020
Viroloog Nancy Beerens van Wageningen Bioveterinary Research maakt zich zorgen over de recente uitbraken van het H5N8-virus op pluimveebedrijven. “Hopelijk dooft het virus uit, anders wordt het een lange winter.”

Het H5N8-vogelgriepvirus zorgt voor massale sterfte onder wilde watervogels. De angst voor het virus zit er op alle pluimveebedrijven in. H5N8 raakt pluimveebedrijven uit verschillende deelsectoren. Bij Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) in Lelystad zien ze dat het H5N8-virus veel vergelijkingen vertoont met het hoogpathogene vogelgriepvirus uit 2016. Viroloog Nancy Beerens – die bij WBVR werkzaam is als hoofd van het nationaal referentielaboratorium als het gaat om vogelgriep en Newcastle Disease – ziet ook een duidelijk verschil met 2016.

Lees verder onder de foto.

Foto: Ruud Ploeg
Foto: Ruud Ploeg

CV Nancy Beerens

Nancy Beerens (46) is viroloog en hoofd van het nationaal referentielaboratorium voor Aviaire Influenza en Newcastle Disease bij Wageningen Bioveterinary Research (WBVR). Vanuit die functie is zij eindverantwoordelijke voor alle diagnostiek als het gaat om deze dierziekten. WBVR is 24 uur per dag, 7 dagen in de week, paraat om onderzoek te doen naar meldingsplichtige dierziekten zoals verdenkingen van vogelgriep. Pluimveehouders kunnen hier in het kader van early warning-programma monsters naartoe sturen.

Wat is het beeld dat jullie hebben van het H5N8-virus?

“De genetische samenstelling van het virus lijkt op het hoogpathogene vogelgriepvirus dat in 2016 in Nederland rondwaarde. Dat virus is geëvolueerd en niet in Nederland gebleven. In 2018 en 2019 is een vergelijkbaar virustype in Egypte gezien. Voor de zomer zijn vogels met dit virustype in Kazachstan en Rusland aangetroffen. Het is waarschijnlijk dat het via trekvogels onze kant op is gekomen.”

Via welke vogels?

“Het virus is aangetroffen bij dode zwanen in Utrecht. Dat zijn geen trekvogels. Mogelijk zijn het smienten geweest die het virus hebben meegebracht. Opvallend is wel dat we nu nauwelijks dode smienten en eenden zien, terwijl dat in 2016 wel het geval was. We zien nu met name zieke en dode wilde ganzen.”

Wat betekent dat?

“De H5N8-virussen van 2016 en 2020 lijken op elkaar, maar hebben een ander effect op vogels. Naast het H5N8-virus zijn er nu ook H5N1- en H5N5-virussen aangetoond in wilde vogels in Nederland. Deze virussen zijn verwant aan het H5N8-virus, en ontstaan doordat het H5N8 virus is gemengd met laagpathogene virussen. Het H5N8-virus is betrekkelijk ongevaarlijk voor mensen, en dit geldt ook voor de H5N1- en H5N5-virussen in Nederland. Het risico is laag. Maar vogelgriep is een zoönose en kan afhankelijk van de stam overgaan op mensen. Het is daarom belangrijk om niet in contact te komen met dode wilde watervogels.”

Wat zijn de symptomen van het H5N8-virus op de besmette bedrijven?

“Wij gaan zelf niet naar de bedrijven, maar we horen onder meer van praktiserende dierenartsen dat dit H5N8-virus voor acute sterfte zorgt, met veel dode dieren in korte tijd.”

Op het besmette eendenbedrijf in Terwolde was een ander beeld zichtbaar.

“Ja, dat klopt. Het H5N8-virus lijkt minder ziekteverwekkend voor eenden dan voor kippen. Bij eerdere besmettingen op eendenbedrijven in 2016 waren wel duidelijk klinische symptomen zichtbaar. Toen zagen we ook veel wilde dode eenden in het wild. Mogelijk heeft dat met elkaar te maken. Eenden zijn natuurlijk ook heel andere dieren dan kippen.”

Voor het eerst sinds 2003 is een vleeskuikenbedrijf besmet geraakt. Wat zegt dat volgens u?

“Het is opvallend. Maar ik kan me niet voorstellen dat vleeskuikens ten opzichte van leghennen en ouderdieren minder gevoelig zijn voor vogelgriep. Het risico op insleep is mogelijk kleiner vanwege de kortere rondes en een meer afgesloten bedrijfsvoering.”

Waar watervogels zitten, komt het virus voor

Hoe ontwikkelt de aanwezigheid van het virus zich onder wilde watervogels?

“Het virus is momenteel wijdverspreid in Nederland aanwezig. Aanvankelijk spraken we van een lokale uitbraak in Utrecht. Daarna volgde massale vogelsterfte in Friesland en het Waddengebied, waarna het virus ook in het midden en westen van Nederland werd ontdekt. Dat is snel gegaan, binnen vier weken. Waar watervogels zitten, komt het virus voor.”

Wat kunnen we nog verwachten?

“De vogeltrek is voor 75% voltooid. Het aantal besmette vogels neemt nog altijd toe. Intussen wordt het kouder, waardoor virussen in vogelpoep voor langere tijd in leven blijven. Het vogelgrieprisico blijft de komende weken hoog. De winter is een risicoperiode. Het is te hopen dat het virus de komende weken als vanzelf uitdooft in de wilde vogelpopulatie.”

Dit H5N8-virus vertoont veel gelijkenissen met het virus uit 2016. Hoe lang bleef dat virus destijds rondwaren?

“In 2016 zagen we na de jaarwisseling minder introducties van het virus. Dat is iets waar we nu ook op hopen. Anders wordt het een lange winter.”

Het komt niet of nauwelijks meer voor dat bedrijven elkaar besmetten

Hoe zou u de situatie van nu omschrijven?

“De situatie baart me zorgen. Ik hou m’n hart vast. We hebben nu al 6 uitbraken gehad op commerciële pluimveebedrijven, waarvan 2 in het afgelopen weekend. Ik verwacht niet dat we naar een situatie zoals in 2003 gaan. We zitten er nu veel korter op dan destijds het geval was. Monitoring en vervoersverboden zorgen er onder meer voor dat het virus zich niet zomaar verspreidt. Het komt niet of nauwelijks meer voor dat bedrijven elkaar besmetten. Dat was toen wel het geval. We zien nu hoofdzakelijk aparte introducties vanuit wilde watervogels.”

Was er desondanks een verband tussen de besmettingen op de nabijgelegen bedrijven in Altforst en Puiflijk?

“Uit onderzoek is gebleken dat er een kans bestaat dat deze bedrijven elkaar hebben besmet. De genetische analyse van de aangetroffen virussen sluit dat niet uit. De aangetroffen virussen leken veel op elkaar, terwijl dat bij andere introducties vaak niet het geval is. Maar het kan ook zijn dat één vogel beide bedrijven heeft besmet. Dat weten we niet. We doen dit soort onderzoeken ieder jaar bij vogelgriepuitbraken. Deze onderzoeken dragen bij aan ons begrip over virussen. Via dit onderzoek kunnen we alleen met zekerheid uitsluiten dat bedrijven elkaar hebben besmet.”

Wat moeten pluimveehouders doen om insleep te voorkomen?

“De bekende aanbevelingen blijven gelden. Zorgen voor een goed en werkend hygiëneprotocol, om het risico op insleep te minimaliseren. Neem niet zomaar bezoekers mee de stal in en let op de aanwezigheid van ongedierte. Het is echt opletten geblazen.”

 

Gerelateerde tags:

 
 

Inloggen op de ledenportal