Pluimveeweb: Wintergarten telt volgend jaar niet meer mee als staloppervlak bij biologische hennen

01-02-2021
De overdekte uitloop telt vanaf 1 januari volgend jaar niet meer mee als staloppervlak bij het bepalen van dieraantallen in de biologische legpluimveehouderij. Voor bestaande stallen is er een overgangsperiode tot 1 januari 2025. Maar de regel geldt voor alle koppels die 1 januari 2025 aanwezig zijn. Dus ook koppels die in 2024 zijn opgezet.

Het gevolg is dat veel biologische leghennenhouders in Nederland door deze maatregel 20 tot 25 procent van de aantallen dieren in moeten leveren. Dat de overdekte uitloop vanaf 1 januari 2022 niet meer meetelt als staloppervlakte is één van de vele aanpassingen in regelgeving voor de biologische pluimveehouderij. Daarnaast heeft ook de introductie van een wachttermijn bij ontwormen veel impact.

Projectleider Hans Fuchs van Bionext, de ketenorganisatie voor biologische landbouw en Josina Hoetelmans, beleidsmedewerker bij Skal Biocontrole, de controlerende instantie voor de biologische landbouw, presenteerden onlangs wat de nieuwe EU- wetgeving voor biologische landbouw betekent voor biologische pluimveehouders. Ze presenteerden de belangrijkste wijzigingen tijdens een online workshop op de Bionkennisweek.

Eieren tijdelijk niet meer biologisch

Bij zogeheten synthetische diergeneesmiddelen, zoals ontwormingsmiddelen, die veel gebruikt worden, gaat een wachttermijn gelden van 48 uur. Dat betekent dat de eieren twee dagen lang niet als biologisch ei verkocht mogen worden. Die afwaardering van eieren kost veel geld.

Om aan de bezwaren vanuit de sector tegemoet te komen, heeft de EU eerder dit jaar een algemeen voorstel gedaan om deze eis alleen in te laten gaan voor niet geregistreerde middelen. Daarmee zou de dubbele wachttermijn voor vrijwel alle diergeneesmiddelen verdwijnen. Dat riep echter veel weerstand op bij andere biologische sectoren. „Als Bionext pleiten we evenals andere landen voor gerichte uitzondering voor die middelen die nu nog onmisbaar zijn. Biologische leghennenhouders kunnen dan vooraf bepaalde, geregistreerde ontwormingsmiddelen blijven gebruiken zonder de eieren af te moeten waarderen”, zegt Fuchs. „De Europese Commissie heeft dit voorstel in heroverweging. Hier komt later dit jaar waarschijnlijk duidelijkheid over.”

30 procent diervoeders uit eigen regio

Vanaf volgend jaar moet er in biologisch pluimveevoer 30 procent in plaats van 20 procent van alle voergrondstoffen afkomstig zijn uit de eigen regio. Onder eigen regio interpreteert Skal alle EU-lidstaten. Dat staat momenteel niet ter discussie en blijft mogelijk ook zo, geeft Hoetelmans aan.

Bovendien mogen er vanaf 1 januari volgend jaar geen gangbare eiwithoudende grondstoffen zoals soja en raap worden gebruikt in voer voor oudere dieren. Voor jonge dieren mag nog wel 5 procent gangbare eiwithoudende grondstoffen in het voer met een specifieke eiwitsamenstelling worden gebruikt – indien de bevoegde autoriteit heeft bevestigd dat biologische eiwithoudende diervoeders niet in voldoende hoeveelheid beschikbaar zijn. Dit geldt tot uiterlijk 1 januari 2027. Welke dieren onder de categorie jong pluimvee valt zal nog verder afgestemd moeten worden, gedacht wordt aan opfokhennen tot 18 weken, vleeskuikens en leghaantjes.

Uitloop

De uitloop van biologisch pluimvee mag vanaf 1 januari volgend jaar niet verder dan 150 meter van de uitloopopening in de stal liggen. Maar uitbreiding tot 350 meter blijft mogelijk mits er aan een drietal voorwaarden wordt voldaan, namelijk:

  • Er moet voldoende beschutting zijn tegen slecht weer en roofdieren
  • Deze moet gelijkmatig over de uitloop verdeeld zijn
  • Er moeten minimaal vier beschutte plekken per hectare zijn

Het verste punt van de uitloop mag niet verder dan 350 meter (in een rechte lijn) van de uitloopopening in de stal liggen.

Stalbezetting omlaag naar 21 kilo per vierkante meter

De maximale stalbezetting voor biologische opfokhennen gaat vanaf 1 januari 2025 naar maximaal 21 kilo per vierkante meter. Op dit moment is dat 24 dieren per vierkante meter bij biologische opfokhennen tot en met zeven weken en daarna 10 dieren per vierkante meter. Daarnaast bedraagt het maximaal aantal opfokhennen per compartiment 10.000. De huidige leeftijdsindeling vervalt.

„Bovendien moet er minimaal 10 centimeter zitstok aanwezig zijn per dier in de stal of minimaal 100 centimeter verhoogd zitniveau. Een combinatie van die beide is mogelijk”, zegt Hoetelmans.

De eisen voor biologische opfokhennen gelden ook voor biologische leghanen. „De bezetting van leghanen mag ook maximaal 21 kilo per vierkante meter bedragen. Bovendien moeten ze buiten minimaal 1 vierkante meter per haan beschikbaar hebben als overdekte uitloop”, zegt Hoetelmans.

Etages

Daarnaast mag een opfokstal evenals een biologische leghanenstal of ouderdierenstal uit maximaal drie etages bestaan, inclusief grondoppervlak. „Veelgebruikte opfoksystemen zoals Nivo Varia of Jumpstart, waar de beun en grond in elkaar overlopen, gelden als één etage”, verduidelijkt Fuchs. Voor het maximum van drie etages geldt een overgangsperiode van acht jaar tot 1 januari 2030. „Er is nog wel meer afstemming nodig onder welke condities dit geldt”, geeft Fuchs aan.

‘Etages zijn zo geconstrueerd dat er geen uitwerpselen vallen op dieren eronder en zijn uitgerust met een mestverwijderingssysteem’, is ook een eis. „Dat is een lastige in opfokstallen”, zegt Fuchs. „Onder het Nivo Varia en Jumpstart opfoksysteem zit namelijk geen mestverwijderingssysteem. Dat willen we ook niet en past ook niet onder de constructies van die beide systemen. Door deze formulering zouden de etages in beide systemen vervallen waardoor de opfokcapaciteit per stal drastisch zou afnemen. Gelukkig geldt er een overgangsperiode van acht jaar tot 1 januari 2030. Maar we willen de Nivo Varia en Jumpstart ook bij biologische hennen blijven gebruiken omdat de hennen hier leren springen en vliegen zodat ze in de legstal ook makkelijker in het volièresysteem gaan. Daarom willen we hierover nog praten met de commissie en LNV. Ons doel is dat we deze beide opfoksystemen gewoon op de huidige manier kunnen blijven gebruiken”, legt Fuchs uit.

Biologische vleeskuikens

Voor biologische vleeskuikens geldt eveneens dat de bezetting maximaal 21 kilo per meter mag bedragen. De eis dat er maximaal 10 biologische vleeskuikens per meter mogen worden opgezet vervalt. Vanaf 1 januari 2022 moet er per vleeskuiken minimaal 5 centimeter zitstof beschikbaar zijn of 25 centimeter verhoogd zitniveau per kuiken. Ook hiervoor geldt een overgangsperiode. Daarnaast moeten vleeskuikens afkomstig zijn van biologische moederdieren.

Bekijk hier de presentatie van Hans Fuchs en Josina Hoetelmans over wat de nieuwe biologische wet- en regelgeving betekent voor biologische pluimveehouders in Nederland. In de presentatie presenteerden ze de belangrijkste wijzigingen voor biologische pluimveehouders.

 
 

Inloggen op de ledenportal