NieuweOogst: Langere ophokplicht breekt eierprijzen

03-02-2021

Doordat de ophokplicht wordt verlengd, mogen eieren van Nederlandse vrije uitloophennen vanaf 12 februari niet meer als vrije uitloopei worden bestempeld. De weken daarna ligt dit ei tijdelijk als scharrelei in het winkelschap, met grote economische gevolgen voor pluimveehouders en pakstations.

Het vogelgriepvirus is nog niet weg, eind januari raakte nog een kalkoenbedrijf in België besmet. Landbouwminister Carola Schouten heeft begin februari besloten, op aanraden van de Deskundigengroep Vogelgriep, de ophokplicht nog niet op te heffen. Voor opgehokte dieren, die normaal gesproken vrije uitloop hebben, geldt volgens EU-regels dat de eieren gedurende zestien weken ophokken nog als vrije uitloop kunnen worden verkocht. Daarna, in dit geval vanaf 12 februari, krijgen deze eieren het stempel 'scharrelei'.

Dit heeft grote gevolgen voor de eierprijzen, weet voorzitter Hubert Andela van Anevei, de vereniging van eierhandelaren en eiproductfabrikanten. 'De schade zal alleen voor alle pluimveehouders samen al kunnen oplopen tot naar schatting meer dan 500.000 euro per week.' Eind 2016 berekende de WUR dat dit scharreleistempel een pluimveehouder 12 eurocent per hen per week kost. Voor een volwaardig vrije-uitlooppluimveebedrijf met 25.000 hennen is dat 3.000 euro per week. Anevei beseft dat de minister met haar besluit het advies van de deskundigen volgt, maar wil toch wijzen op de grote economische schade ervan voor de eierketen.

Speciale verpakkingen
Anevei en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) hebben gezamenlijk voor hun leden uitgezocht welke EU-eisen gelden voor eieren van vrije uitloophennen die langer dan zestien weken binnen moeten blijven. Met speciale verpakkingen en schapinformatie kan worden geprobeerd deze 'nieuwe' scharreleieren voor de consument zichtbaar te houden, mits het woord vrije uitloopei niet wordt gebruikt. Pluimveehoudersorganisaties LTO/NOP en NVP roepen hiertoe ook op.

Andela tempert de verwachtingen van het zichtbaar houden van het voormalige vrije uitloopei. 'We juichen het toe dat de eieren in een deel van de Nederlandse supermarkten als zodanig zichtbaar blijven, maar iedereen moet zich realiseren dat driekwart van de Nederlandse vrije uitloopeieren naar Duitse supermarktketens gaan.'

Geen landelijke ophokplicht
Daar zit volgens Andela ook een probleem. Veel Duitse pluimveehouders kunnen hun eieren wel als vrije uitloopei aanbieden. In Duitsland is er geen landelijke ophokplicht en in de regio's waar die wel is ingesteld, gebeurde dat weken later dan in Nederland. In Duitse supermarkten zullen Duitse vrije uitloopeieren dus nog wel vrij te koop zijn.

Voor de Nederlandse eierketen betekent dit niet alleen financiële schade, maar ook imagoschade bij zowel Duitse inkopers als de Duitse consument. De imagoschade kan ook effect op de lange termijn hebben. Uit onderzoek in 2017, toen zich een vergelijkbare situatie voordeed, leidde dit zelfs een jaar na de onderbreking van leveringen tot merkbare vraaguitval, stelt Anevei. Daarnaast vreest de organisatie dat er een overschot aan vrije uitloopeieren zal ontstaan wanneer de ophokplicht wordt opgeheven.

Regionaal intrekken
Anevei pleit ervoor om voor de Nederlandse regio's, die grenzen aan Noordrijn-Westfalen, het regionaal intrekken van de ophokplicht niet langer meer uit te stellen. Er zijn geen besmettingen van commerciële bedrijven vastgesteld in dit Bundesland, dat op de lijn Enschede-Maastricht aan ons land grenst. Juist in de meest oostelijke delen van ons land leven de minste wilde watervogels en zijn nog geen besmettingen op bedrijven vastgesteld.

 
 

Inloggen op de ledenportal