Pluimveeweb: GD: Verhoogd risico op vlekziekte in de herfst- en wintermaanden

18-10-2021
Leghennen en ouderdieren lopen in de herfst- en wintermaanden meer risico op vlekziekte. Besmette muizen of ratten, die in het najaar de stal binnengaan, kunnen de ziekte overdragen. Ook bloedluizen kunnen vlekziekte verspreiden. Een belangrijke besmettingsbron is de uitloop.

Dat maakte de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) vrijdag 15 oktober bekend. „Bij een beoordeling van de monitoringsresultaten van de afgelopen decennia blijkt dat uitbraken van vlekziekte bij pluimvee met name optreden tijdens de herfstmaanden en het begin van de winter (vierde en eerste kwartaal van het jaar); zowel in stallen met uitloop als in scharrelstallen. Deze periode komt overeen met het oogsten van mogelijke voedselbronnen van (bruine) ratten en muizen", schrijft de GD.

Aangezien bij de beschrijving van de introductie van de bacterie veelvoudig ongedierte wordt genoemd, lijkt het volgens de GD waarschijnlijk dat ratten en muizen, die drager kunnen zijn van de vlekziektebacterie, de bacterie mee naar binnen brengen, wanneer de voedselvoorraad buiten kleiner wordt en deze dieren de beschutting van de pluimveestallen gaan opzoeken. Enkele kippen kunnen de bacterie vanuit de ontlasting van het ongedierte oppikken en als gevolg van een bloedvergiftiging sterven. Verdere verspreiding in de stal wordt veroorzaakt door pikkerij en kannibalisme op het gestorven dier, aldus de GD.

Gezien het tijdstip van het jaar adviseert de GD in de loop van de herfst de ongediertebestrijding te optimaliseren en mogelijk zelfs te intensiveren. Bedrijven die een eerdere besmetting hebben gehad, adviseert de GD zowel ongediertebestrijding als bloedluisbestrijding goed in de gaten te houden en minimaal drie opeenvolgden jaren koppels te vaccineren. In verband met de lange overleving van de bacterie in de aarde kan deze periode voor bedrijven met uitloop nog te kort zijn.

Veroorzaakt hoge uitval

Vlekziekte is een ziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Erysipelothrix rhusiopathiae. Het is een ernstige ziekte die hoge uitval bij kippen (leghennen, vermeerderingsdieren) en kalkoenen kan veroorzaken. In de acute vorm kan een vlekziektebesmetting bij pluimvee binnen 2 tot 5 dagen tot een bloedvergiftiging leiden. Besmette dieren sterven dan snel, de sterfte kan oplopen tot 25 procent. Inwendig vallen met name de ernstig gezwollen lever en milt op. Bij leggende hennen zal ernstige productiedaling optreden. In chronische gevallen worden vaak coördinatieproblemen en huidbeschadigingen met een gering verhoogde uitval genoemd. Chronische gevallen zijn beschreven bij kalkoenen. In Nederland hebben een dierenartsenpraktijk en GD het recentelijk aangetoond bij leghennen met ontstoken oogleden.

In landen met een lagere biosecurity-status is de incidentie van Erysipelothrix rhusiopathiae bij vleeskuikens hoog en kan bij (op het oog) gezonde dieren oplopen tot boven de 80 procent. Een dergelijke situatie zou in Nederland tot ernstige voedselveiligheidsproblemen leiden. Transmissie vanuit de omgeving kan plaatsvinden via (vliegende en kruipende) insecten en kleine knaagdieren. Het uitrijden van besmette mest voor graslandbemesting wordt ook genoemd als mogelijke bron. Een besmet bedrijf kan besmet blijven door besmette bloedluizen, en besmette ratten en muizen.

Vlekziekte kan worden overgedragen op andere diersoorten, maar ook op de mens. Tijdens inwendige inspectie van gestorven dieren kan iemand zichzelf infecteren door zich te prikken aan scherpe botdelen. In eerste instantie leidt dit tot huiduitslag, ontsteking van de lymfevaten en de lymfeknopen. Binnen een aantal (7) dagen kan dit leiden tot bloedvergiftiging. Snel contact met de arts is daarom ook wenselijk. Verschillende zoogdieren kunnen drager zijn van de bacterie en zodoende het reservoir zijn van waaruit uitbraken kunnen ontstaan, schrijft de GD.

Tekst: Tom Schotman

 
 

Inloggen op de ledenportal