Boerderij: Familie Wiltenburg: ‘Wij gaan voor een betere eierprijs’

06-11-2021

Redactie

Dick van Doorn

freelance redacteur

Familie Wiltenburg in Hekendorp (U.) kiest al generaties voor zelf leghennen opfokken. De familie heeft aardig wat tegenslagen te verduren gehad, maar heeft die allemaal overwonnen. In 2019 zijn drie stallen Beter Leven-keurmerk 1 ster-proof gemaakt. Sinds vorig jaar zit zoon Pieter ook in de vof.

De vader van Piet Wiltenburg had rond 1960 500 leghennen, daarnaast verhuurde hij zich als zzp’er. “Met de verkoop van de eieren verdiende hij echter meer dan als hij zich verhuurde”, vertelt Piet, “dus besloten mijn ouders om er een stal bij te zetten.” Het Utrechtse pluimveebedrijf groeide en in 1982 telde het bedrijf 45.000 vleeskuikens, 20.000 leghennen en 5.000 opfokhennen. In die tijd had de familie Isa Brown-leghennen.

Piet nam het bedrijf over op 21-jarige leeftijd. “Wij hadden toen al opfok. Dat past gewoon bij ons, mijn vader vond hennen opfokken leuk en mijn zoon Pieter inmiddels ook. Het is niet alleen leuk om te doen, maar je hebt ook een betere kwaliteit hennen, en dat met weinig werk.”

Ontsnapt aan vogelgriep in 2003

Piet en Pieter Wiltenburg bouwden in 2019 drie volièrestallen met elk 50.000 leghennen om naar het Beter Leven-keurmerk 1 ster.

In 1986 deed Piet de vleeskuikens weg en breidde uit met 17.000 scharrelhennen. Vier jaar later had hij daarnaast 90.000 kooihennen en 30.000 opfokhennen. “In de jaren negentig hebben wij hier op het bedrijf voor VDL Agrotech (voormalig Laco) de mestdroogtunnel uitgevonden. Die staat er nog steeds, naar tevredenheid.” In 1999 bouwde de familie de eerste 2-etagestal voor 8.000 hennen. Onder het volièresysteem zaten ook mestbanden, nog voor dat verplicht werd. “Er kwam een Laco-mestband beun in de stal. In 2000 werd de eierverzameling gebouwd. Drie jaar later ontsprong het bedrijf de dans wat betreft vogelgriep. “Mijn broer Ad heeft toen, in overleg met de overheid, het massaal vergassen van leghennen in stallen ontwikkeld. Dat bedrijf bestaat nog steeds onder de naam Air Liquide.”

Afgebrande stal weer opgebouwd

In 2006 werd één van de achterste twee 2-etagestallen neergezet. Er kwamen 50.000 volièrehennen in. Daardoor had de familie 100.000 volièrehennen en tijdelijk even geen opfok. In 2010 werd de laatste batterijstal gesloopt. Op die plek kwam de derde 2-etagestal voor 48.000 leghennen. “We kozen in die stal voor een volièresysteem van Jansen Poultry Equipment.” Helaas brandde deze stal in november 2012 af, alleen de spanten bleven overeind. “Mede door alle hulp konden we zeven maanden later alweer hennen opzetten en eieren produceren. Daar zijn we nog steeds dankbaar voor.”

De sloot was allang gedempt, dus ik denk dat de besmetting wellicht veroorzaakt werd door water of sneeuw van het dak.

In 2014 toch vogelgriep

In november 2014 kreeg het bedrijf, dat in een waterrijk gebied met vaarten en sloten gevestigd is, toch te maken met vogelgriep onder de hennen en wel de hoogpathogene variant H5N8. “Ik zie het nog voor me. Hier op het erf stonden satellietauto’s van de pers uit heel de wereld. Heel bijzonder om mee te maken. Een paar dagen later zaten Pieter en ik bij Humberto Tan in RTL
Late Night om verslag te doen.”

Lees ook: ‘Het begon met één zieke kip’

November 2020: wéér vogelgriep

De vogelgriep brak uit in één van de achterste stallen, een stal die toen langs een sloot lag. Omdat de familie het idee had dat de vogelgriepbesmetting vanuit de sloot kwam, werd die nadat de uitbraak voorbij was, meteen volledig gedempt. In november 2020 was er echter weer een uitbraak van vogelgriep op het bedrijf, opnieuw in dezelfde stal. “De sloot was allang gedempt, dus ik denk dat de besmetting, ook de eerste, wellicht veroorzaakt werd door water of sneeuw van het dak. Pieter en ik zijn nu dus aan het bedenken hoe we kunnen voorkomen dat er weer water of sneeuw in de stallen komt.”

Beter Leven-keurmerk voor drie volièrestallen

De drie volièrestallen met elk 50.000 leghennen zijn in 2019 omgebouwd naar Beter Leven-keurmerk 1 ster. Zoon Pieter: “Dat hebben wij ook gedaan om het bedrijf meer toekomstproof te maken. Ik ga voor een betere eierprijs.” In drie stallen kwam de Novogen Brown-hen en in één stal (met twee afdelingen) in de ene de Novogen-hen (witte eieren) en in de andere de opfokhennen. Sinds 2010 heeft de familie ook een stal met 48.000 Novogen-hennen die volledig VLOG-voer krijgen. De witte eieren gaan naar de Duitse markt.

Geen huisverkoop meer

De technische resultaten van de familie Wiltenburg zijn uitstekend met gemiddeld ruim 430 eieren poh voor de Novogen en zo’n 400 eieren poh voor de Novogen Brown.

De technische resultaten van de familie zijn uitstekend met gemiddeld een kleine 400 eieren per opgehokte hen (poh) wat de bruine Novogen Brown-hennen betreft. Bij de witte Novogen-hennen ligt het aantal eieren poh zelfs op ruim 430 eieren gemiddeld. De witte Novogen-hennen houden ze aan tot maximaal 87 weken. De uitval varieert, maar ligt gemiddeld op 5 à 6%. Zo’n 10% van de eieren wordt door de familie zelf vermarkt. De rest gaat naar Kwetters (onderdeel van Hardeman Egg Group). “Met de huisverkoop zijn we in 2003 gestopt”, vertelt Piet. “Gewoonweg te veel werk en altijd gezeur van mensen aan de deur.” De eieren die ze zelf vermarkten, brengen ze weg naar klanten, of klanten halen de eieren op.

Multifunctionele vrachtwagen

Speciaal voor het wegbrengen van de eieren kocht de familie in 1997 haar eerste eigen vrachtwagen met containersysteem met wisselbakken. Ze hebben nog steeds dezelfde combinatie, alleen een nieuwer model. Hierdoor kunnen ze met de vrachtwagen zowel eieren naar klanten brengen als mest afvoeren en kippenvoer aanvoeren. “De tarwe halen we bij CZAV en de mais en het mengvoer bij Agrifirm. Alleen de kalksteentjes worden gebracht.”

Familie Wiltenburg was een van de eerste pluimveehouderijen die meedeed aan BMC in Moerdijk. De mestafzet is dus goed geregeld. “De mest hygiëniseren en korrelen zien we voorlopig niet zitten. Op deze locatie hebben wij daar ook geen ruimte voor”, legt zoon Pieter uit.

 
 

Inloggen op de ledenportal