Boerderij: Miljoenenstrop door vogelgriep, maar het had nóg erger kunnen zijn

24-02-2022

Redactie

Norbert van der Werff

redacteur

De vogelgriepuitbraken rijzen de pan uit. De schade voor de direct betrokken pluimveehouders, de nabijgelegen bedrijven en de pluimveeketen als geheel lopen in de tientallen miljoenen euro’s. Het beleid van de sector en de overheid heeft tot nu toe wel voorkomen dat het volledig uit de hand is gelopen. “We hebben geleerd van het verleden”, zegt Nepluvi-voorzitter Gert-Jan Oplaat.

Vleeskuikenbedrijven, (biologische) legbedrijven, een eendenvermeerderingsbedrijf, bedrijven met vleeseenden, kalkoenen en grootouderdieren vlees: geen deel van de pluimveesector blijft gespaard voor vogelgriep. De impact is groot. In emotioneel opzicht, omdat de dieren worden geruimd en de stallen van het ene op het andere moment leeg komen te staan, maar natuurlijk ook financieel.

Pluimveehouders krijgen uit het Diergezondheidsfonds – waar ze zelf aan bijdragen – de dagwaarde vergoed van dieren die moeten worden geruimd vanwege hoogpathogene vogelgriep, dus niet de potentiële waarde van de dieren. Ze worden ook niet gecompenseerd voor de leegstand van de stallen, die soms maandenlang kan duren, en ook niet voor de kosten van de noodzakelijke reiniging en ontsmetting.

Schade loopt per besmetting sterk uiteen

De hoogte van de schade per besmetting loopt sterk uiteen. Het maakt verschil of het gaat om leghennen, vleeskuikens of ouderdieren. In Zeewolde (Flevoland) bleek begin deze maand een bedrijf met grootouderdieren vlees besmet. Die zijn enkele tientallen euro’s per stuk waard, afhankelijk van hun leeftijd en dus hun productiviteit. In Zeewolde ging het om 15.000 grootouderdieren. Als zo’n grote hoeveelheid dieren wegvalt, kan dat leiden tot een tekort aan vermeerderingsdieren in Nederland of elders in de wereld. Dat is indirecte schade die lastig in bedragen uit te drukken is.

Ook pluimveehouders in de buurt van de uitbraak kunnen te maken krijgen met leegstand, bijvoorbeeld omdat ze geen nieuw koppel mogen opzetten. In de bewakingszone van 10 kilometer rond een besmet bedrijf geldt een vervoersverbod, dat pas na dertig dagen opgeheven wordt. Als er in die periode een nieuwe besmetting is, zoals in Zeewolde en in Hierden enkele keren het geval, komt de teller voor bedrijven in het overlappende gebied weer op nul dagen te staan.

Vogelgriep komt bovenop andere onzekerheden, zoals het stikstofbeleid en de stijgende voerkosten

LTO/NOP-voorzitter Kees de Jong stelt dat vogelgriep in de omgeving extra spanning met zich meebrengt. De financiële gevolgen hebben impact op de emotionele gesteldheid van de pluimveehouder. “Vogelgriep komt bovenop andere onzekerheden, zoals het politieke beleid over stikstof en daarnaast de stijgende voerkosten. We hebben wel eens makkelijker tijden gehad.” Aan de andere kant wijst hij op de toekomstbestendigheid van de pluimveehouderij. Eieren en pluimveevlees zijn voor consumenten een relatief goedkope bron van eiwitten en de productie heeft een lage CO2-footprint.

Schade in de keten

Volgens de Roadmap strategische aanpak vogelgriep uit 2018, van de rijksoverheid, Avined en de Dierenbescherming, wordt gesteld dat de grootste economische gevolgen van een HPAI-uitbraak niet voor het besmette bedrijf zijn maar elders in de keten, veroorzaakt door de gevolgen van de vervoersverboden en de handelsbeperkingen. Hoe hoog de totale kosten uitvallen, is niet gemakkelijk uit te rekenen. Het Landbouw-Economisch Instituut (LEI) becijferde destijds dat de financiële consequenties van de vogelgriep in 2003 € 750 miljoen bedroegen en in 2014 € 49 tot 56 miljoen.

Het instituut, dat inmiddels Wageningen Economic Research heet, onderzocht in het verleden de kosten van vogelgriep voor het landbouwministerie of de pluimveesector. Nu heeft het de opdracht daartoe (nog) niet gekregen en heeft de schade van de huidige besmettingen niet onderzocht. Bovendien zitten we nog middenin het vogelgriepseizoen en lopen de kosten dagelijks op.

Minder exportbeperkingen dan in 2013-‘14

Gert-Jan Oplaat, voorzitter van de vereniging van de pluimveeverwerkende industrie Nepluvi, schat dat de financiële gevolgen van de vogelgriep in de tientallen miljoenen euro’s lopen. “De schade bestaat onder meer uit de kosten van ruimingen, omzetverlies door leegstand, gaten in de planning van slachterijen en gemiste omzet door exportbeperkingen”, somt hij op. 36 landen hebben importbeperkingen opgelegd wegens AI. Sommige landen weren alleen levende vogels, andere pluimveeproducten uit beschermings- en toezichtsgebied, de 10-kilometerzones rond een besmet bedrijf, of alle pluimveeproducten en eieren uit Nederland.

“Maar we staan er beter dan voor dan in 2013-’14 toen er veel exportbeperkingen waren. Nu accepteren sommige landen regionalisatie; alleen producten uit een bepaald gebied mogen niet worden geïmporteerd. Voor sommige landen is dat de gemeente, voor sommige de provincie; dat is vastgelegd in overeenkomsten. LNV heeft daarbij een belangrijke rol vervuld, dat doen ze goed. Sommige landen, zoals Zuid-Afrika houden zich niet aan de afspraken. Dan blijft een land langer dicht om de eigen markt te beschermen”, zegt Oplaat.

Dat is niet nieuw. Deze kritiek werd vier jaar geleden ook al geuit in de Roadmap vogelgriep. “De handelsbeperkingen binnen de Europese Unie zijn beperkt tot het gebied rond de uitbraak. Sommige derde landen stellen veel strengere en langdurigere importbeperkingen vast tot soms wel enkele jaren na de laatste reiniging en ontsmetting van een eerder besmette stal. Deze importbeperking moeten in principe zijn gebaseerd op de standaarden van de Wereldorganisatie voor Diergezondheid (OIE), maar niet alle landen houden zich hieraan.”

Het omzetverlies door de wegvallende export van eieren naar derde landen door de vogelgriep is volgens Werner Buck, voorzitter van de Algemene Nederlandse Vereniging van Eierhandelaren en Eiproductfabrikanten (Anevei) tot op heden beperkt gebleven. “Het overgrote deel gaat naar landen binnen de EU. Van de derde landen hebben de importerende landen Singapore en Hongkong beperkingen opgelegd, maar eieren kunnen nog steeds naar Zwitserland.” Voor eiproducten speelt het probleem niet, omdat die worden verhit en het virus daarmee wordt gedood.

Afwaardering vrije-uitloopeieren

In de legsector krijgen met name bedrijven in vrije-uitloopeieren te kampen met financiële tegenslag. Na zestien weken ophokken moeten vrije-uitloopeieren worden afgewaardeerd tot scharreleieren. Buck zegt dat het moeilijk is aan te geven hoeveel nadeel op dit moment ondervonden wordt. “Maar vorig jaar duurde het na de periode van zestien weken nog achttien weken voordat de ophokplicht werd opgeheven. De directe financiële kosten voor de keten bedroegen meerdere miljoenen per week.”

Dat kwam onder meer door de grote export van vrije-uitloopeieren naar Duitsland, waar voor de Nederlandse tot scharrelei afgewaardeerde eieren niet de vrije-uitloopprijs doorbetaald werd, zoals meerdere retailers in Nederland toen deden en dit jaar weer gaan doen.

Marktaandeel in Duitsland verloren

Ook in de legsector voelt heel de keten de pijn. Anevei-voorzitter Buck stelt dat de positie van Nederland als ‘hofleverancier’ van vrije-uitloopeieren in Duitsland vorig jaar een forse deuk heeft opgelopen. “De ophokplicht werd het afgelopen jaar in Duitsland eerder opgeheven dan in Nederland. Dat leidde in Duitsland tot een marktverlies van vrije uitloopeieren van 40-50%. Ná opheffing van de ophokplicht op 6 juli was er een groot aanbod, maar weinig afzetmogelijkheden.”

De plaats van Nederlandse leveranciers was namelijk ingenomen door leveranciers uit andere landen. “Er is veel marktaandeel verloren gegaan waardoor vrije-uitloopeieren moesten worden afgewaardeerd tot scharrelei of zelfs industrie-ei. Bedrijven die voorheen aan Duitsland leverden, liepen bovendien de toeslag mis voor welzijnsconcepten als OKT (waarbij de leghaantjes niet als eendagskuiken worden gedood) en kwaliteitsregeling Vlog. De schade lag voornamelijk bij de vrije-uitloopeieren, maar eieren worden vaak verkocht als pakket; als je geen vrije-uitloopeieren kunt leveren, raak je de levering van andere eieren ook kwijt. Afnemers willen kunnen plannen en zeker zijn van de leveringen en Nederland was niet leveringszeker. Dat zorgde tot ver in 2021 tot een schade van meerdere miljoenen euro’s per maand.”

Of de overschrijding van de zestienwekentermijn nu opnieuw tot verlies van marktaandeel zal leiden, is nog een vraag. Vrije-uitloopkippen in Duitsland zitten binnenkort ook langer dan 112 dagen binnen. De Duitse productie van vrije-uitloopeieren valt dus ook weg.

Lees ook: Rechter: ophokplicht is normaal bedrijfsrisico

Solidariteits-ei

Vorig jaar schoot een deel van de Nederlandse retail te hulp. Albert Heijn, Jumbo, Lidl, Aldi en de supermarktketens verenigd in inkoopcombinatie Superunie (Boni, Boon, Coop, Deen, Hoogvliet, Nettorama, Poiesz) en horecagroothandel Bidfood reageerden positief op de oproep van de vakgroep pluimveehouderij van LTO/NOP en de NVP om voor de afgewaardeerde eieren de normale prijs voor vrije-uitloop eieren te blijven betalen. De retailers betalen de toeslag aan de pakstations en die betalen dat weer door aan de pluimveehouder.

Zo ontstond het ‘solidariteits-ei’. De eieren kwamen met een aparte verpakking in de schappen, met de vermelding dat het gaat om eieren van voormalige vrije-uitloopkippen. Ook consumenten betaalden de vrije-uitloopprijs.

Albert Heijn, Jumbo, Aldi en Lidl hebben aangegeven opnieuw de solidariteitseieren in het schap te leggen. Of de supermarkten aangesloten bij Superunie ook weer meedoen, is niet duidelijk. “Ten aanzien van commerciële afspraken met onze leveranciers, doet Superunie nooit uitspraken”, liet een woordvoerder weten. Wel geeft de inkooporganisatie aan net als vorig jaar positief te staan tegenover het solidariteits-ei.

Snel actie ondernemen

Ondanks alle rampspoed is er een positieve kant: het had nog veel erger kunnen zijn. “Gelukkig heeft er nog geen overdracht van bedrijf op bedrijf plaatsgevonden, het komt dus niet door slechte biosecurity”, zegt Nepluvi-voorzitter Oplaat. “Tegelijkertijd betekent het dat je niet weet wat je moet doen om de situatie te verbeteren. Daar maken we ons oprecht zorgen over.”

Gelukkig heeft er nog geen overdracht van bedrijf op bedrijf plaatsgevonden, het komt dus niet door slechte biosecurity

Ook Anevei-voorzitter Buck noemt het positief voor de sector dat het allemaal incidentele besmettingen vanuit de natuur zijn en niet van bedrijf op bedrijf. “Om die reden wordt er binnen het 1-kilometergebied, afgezien van het getroffen bedrijf, door de overheid niet direct geruimd, maar volgt er eerst een screening.” Bij de recente besmettingen in Hierden (Overijssel) wordt overigens nog onderzoek gedaan naar eventuele insleep vanuit een eerder besmet bedrijf.

Voor de 10-kilometerzone worden zo snel mogelijk overslagstations gecreëerd, zodat de eieren toch het ingesloten gebied uit kunnen. De afvoer van eieren naar de tussenopslag kost de pluimveehouder wel extra geld: pakstations brengen daarvoor 25 cent per honderd eieren in rekening. Als er pakstations of verwerkers in het gebied gevestigd zijn, komt er een corridor.

Goede samenwerking pluimveesector en overheid

Buck spreekt van een goede samenwerking tussen de pluimveesector en de overheid. “Dat zag je bijvoorbeeld in Ede, waar veel pluimveebedrijven in de 10-kilometerzone waren. De NVWA en de sector verenigd in Avined, proberen dat zo snel mogelijk te regelen. De eieren kunnen worden opgehaald bij de legpluimveebedrijven na 72 uur standstill, of al eerder na de screening van het 1-kilometergebied.” Ook het verplaatsen van opfok(groot)ouderdieren en opfokleghennen of de afvoer van broedeieren naar een broederij is onder speciale voorwaarden mogelijk. Daarvoor kan bij de NVWA een ontheffing worden aangevraagd.

Ook Oplaat wijst erop dat slachterijen weliswaar door de vogelgriepperikelen te maken krijgen met gaten in de planning door verminderde aanvoer, maar dat het ministerie van LNV ervoor zorgt dat er snel een corridor komt, waardoor pluimvee naar de slachterij kan worden vervoerd. Dat is heel anders dan in 2003. “We zijn door schade en schande wijs geworden, we hebben geleerd van het verleden.”

 
 

Inloggen op de ledenportal