Boerderij: Twee keer in drie maanden vogelgriep op vleeskuikenbedrijf

26-02-2022

Redactie

Bouke Poelsma

freelance redacteur

Vleeskuikenbedrijf Kostelijk Kagro bv in Grootschermer (N.-H.) werd op 30 oktober 2021 geruimd vanwege vogelgriep. Eind januari wordt opnieuw H5N1 vastgesteld. Een even unieke als trieste situatie: nooit eerder raakte een Nederlands bedrijf in één vogelgriepseizoen twee keer achter elkaar besmet.

Vleeskuikenhouder Karel Kostelijk noemt het ongelooflijk. Hij vertelt aan de telefoon uitvoerig over de twee recente vogelgriepbesmettingen op zijn bedrijf. “Ik onderga het gelaten. Je kan wel tegen de muren opspringen, maar dat helpt je ook niet.” Het gaat naar omstandigheden goed met de nuchtere Noord-Hollander, zo geeft hij aan. “Ik loop niet huilend door het huis, maar ik slaap wel slechter.”

Het is niet zo verwonderlijk dat de nachtrust van Kostelijk heeft te lijden onder de gebeurtenissen op zijn bedrijf. Op 30 oktober worden de 107.000 aanwezige vleeskuikens geruimd. Nog geen drie maanden later gebeurt datzelfde met de 170.000 aanwezige kuikens. Niet eerder wordt een Nederlands bedrijf in zo’n korte tijd twee keer getroffen door vogelgriep (H5). Kostelijk is zich bewust van deze uiterst vervelende primeur. “Zo hoop je natuurlijk niet in het nieuws te komen.”

Geen vogelgriepsymptomen

De eerste besmetting komt eind oktober in de rechter stal aan het licht, twee dagen na het tussentijds uitladen van de vleeskuikens. Kostelijk is de eerste om toe te geven dat tussentijds uitladen risicovol kan zijn als het om insleep van ziektes gaat. Toch weerspreekt hij dat dit iets te maken heeft met de besmetting op zijn bedrijf. De vleeskuikenhouder ziet namelijk twee dagen daarvoor ook al een verhoogde uitval in de bewuste stal. “Op dinsdag 26 oktober hadden we 0,3% uitval, veel meer dan normaal. Ik heb toen meteen contact opgenomen met mijn dierenarts. Na sectie dacht hij dat de problemen werden veroorzaakt door enterococcen, waartegen ik direct na het uitladen medicijnen zou inzetten. De symptomen wezen helemaal niet in de richting van vogelgriep. We hadden geen voer- en waterdip, de kuikens hadden geen inwendige pootbloedingen, aan de kleur van de kammen was niets geks te zien en ook de levendigheid was normaal.”

Nadat de uitval op woensdag 27 oktober nog iets opgelopen was (0,6%), worden op donderdag 28 oktober kuikens uitgeladen. Op vrijdag 29 oktober bedraagt de uitval 3%, waarna Kostelijk wederom contact opneemt met zijn dierenarts. Hoewel er nog altijd geen duidelijke vogelgriepsymptomen zichtbaar zijn, geeft de verhoogde uitval genoeg aanleiding om bij de NVWA een verdenking van vogelgriep te melden. Het duurt niet lang voordat er ook een NVWA-dierenarts tussen de kippen staat. Hij neemt zogenoemde EWS-swabs (uitsluitingsswabs) af en laat deze onderzoeken door Wageningen Bioveterinary Researsch (WBVR) in Lelystad. Kostelijk wacht de uitslag in spanning af. Hij heeft dan nog hoop op een negatieve uitslag. “De NVWA-dierenarts vond het beeld in de stal ook niet bij vogelgriep passen”, aldus Kostelijk. Het duurt echter niet lang voordat de vleeskuikenhouder een telefoontje met slecht nieuws krijgt. Slechts 5,5 uur na het afnemen van de EWS-swabs hoort hij dat zijn bedrijf besmet is en de volgende dag al geruimd moet worden. “Epidemioloog Armin Elbers van het WBVR concludeerde na uitgebreid onderzoek dat de besmetting rond half oktober moet hebben plaatsgevonden”, aldus Kostelijk.

Werken volgens protocol

Kostelijk moet de regie noodgedwongen uit handen geven. Hij ziet op zaterdag 30 oktober lijdzaam toe hoe de NVWA-medewerkers de leiding overnemen en hun plicht doen. “Dat is verder prima en netjes gegaan”, zegt Kostelijk, die in een pluimveeluwe regio boert. Het enige andere pluimveebedrijf in de 10-kilometerzone rond zijn bedrijf is een naburig vleeskuikenbedrijf dat ’s winters leegstaat. “Dit bedrijf werd gemonitord en hoefde niet geruimd te worden. Ten tijde van de tweede uitbraak waren daar geen kippen aanwezig.”

Na de ruiming op 30 oktober staat het bedrijf van Kostelijk twee maanden leeg. De kuikenmest moet volgens protocol twee weken blijven liggen. Na drie weken laat de vleeskuikenhouder de mest afvoeren naar BMC Moerdijk. Daarna laat hij de stallen schoonmaken, waarna de NVWA twee keer (week op week) langskomt om de stallen te ontsmetten. “Vervolgens moest ik verplicht drie weken wachten voordat ik weer kuikens mocht opzetten.”

Na de verplichte lange leegstand ontvangt Kostelijk op 28 december weer eendagskuikens op zijn bedrijf. Na de eerdere besmetting houdt de NVWA deze ronde een stevige vinger aan de pols. Ze controleren bij het lossen van de kuikens, nemen na tien dagen EWS-swabs af en doen na drie weken een klinische inspectie. Op dinsdag 18 januari wordt het bedrijf officieel besmet-vrij verklaard. Nog geen week later slaat het noodlot opnieuw toe.

Met een toch wat onbestemd gevoel begint Kostelijk op zondag 23 januari aan de dagelijkse stalcontrole. “Ik had een dag daarvoor in de linkerstal veertig dode kuikens gevonden. Niks bijzonders, maar ik besloot toch een vitaminekuur op het drinkwater te zetten”, zo vertelt de vleeskuikenhouder, die bij het binnenlopen van de stal meteen ziet dat het weer mis is. “Ik zag dode kuikens in kleinde groepjes bij elkaar liggen, net zoals in oktober. De uitval was nog geen 0,2%, maar ik dacht meteen aan vogelgriep en kreeg dat nog dezelfde dag bevestigd. Dan weet je wat je te wachten staat.”

Vermoeden insleeproute

Het bedrijf van Kostelijk bevindt zich nabij een Natura 2000-gebied. Ten zuiden van zijn bedrijf foerageren duizenden ganzen. “Het zijn er veel meer dan pak ’m beet vijf jaar geleden. Ze blijven nu ook veel langer dan eerder het geval was”, aldus de vleeskuikenhouder, die aangeeft dat er na de eerste besmetting vlakbij zijn bedrijf een dode – waarschijnlijk besmette – gans wordt gevonden. Van de NVWA hoort Kostelijk dat het virustype in januari een andere stam is dan de in oktober aangetroffen H5N1-stam. “Dat betekent dat het om twee verschillende uitbraken gaat.”

De drie stallen van Kostelijk zijn honderd meter lang. Bij beide uitbraken vindt de vleeskuikenhouder dode kippen in het voorste gedeelte van de stallen, aan de zuidzijde van het bedrijf. “In oktober vond ik de dode kuikens in de eerste 10 meter van de stal. In januari lagen de uitvallers in de eerste 30 meter. Beide keren zag ik over de volle breedte van de stal dode kippen liggen.”

Na de eerste besmetting doen onderzoekers van Universiteit Utrecht onderzoek naar de mogelijke insleeproute van het virus. Tot op heden (half februari) heeft Kostelijk tot zijn onbegrip nog niks gehoord over de resultaten. Zelf heeft hij een zeer sterk vermoeden dat het vogelgriepvirus beide keren via de lucht en door de luchtinlaatventielen de stallen binnen is gekomen. Hij kan zich niet voorstellen dat het virus via een andere route de kuikens heeft bereikt. “We zijn altijd ontzettend alert. We letten strikt op de hygiëne en wisselen voor en na het betreden van de stallen altijd van schoeisel. We doen actief aan ongediertebestrijding en hebben ook geen last van muizen en ratten.”

De vleeskuikenhouder kan zich voorstellen dat de twee achtereenvolgende besmettingen in korte tijd bij sommige mensen vragen oproepen. “Ik zou zelf misschien ook denken: ‘werkt dat bedrijf wel hygiënisch genoeg?’ Maar ik kan mezelf niks verwijten en voel me niet schuldig. Het erf is hier altijd schoon en opgeruimd. Mijn erfbetreders reageerden ook verbaasd. ‘Hoe kan dit juist bij jou gebeuren?’, vroegen zij zich af. Zij weten hoe strikt ik alle hygiënemaatregelen naleef.”

Steunbetuigingen en medeleven

Tot november 2020 blijven Nederlandse vleeskuikenbedrijven buiten schot wat vogelgriep betreft. De eerste besmetting op een vleeskuikenbedrijf vindt plaats in Friesland. “Als vleeskuikenhouder was ik tot dan toe nooit bang voor vogelgriep. Sindsdien is vogelgriep een reële angst”, aldus Kostelijk. De vleeskuikenhouder en zijn gezin voelen zich na beide vogelgriepuitbraken flink gesteund door familie, vrienden, kennissen en collega’s. Ze ontvangen talloze bloemen en kaartjes. “Onze burgemeester heeft na beide uitbraken contact opgenomen. Na de tweede besmetting werd ik ook gebeld door landbouwminister Henk Staghouwer. Het is fijn dat zij hun medeleven hebben getoond.”

Als we financieel met de rug tegen de muur hadden gestaan, was ik er nu niet zo nuchter onder geweest

Financiële schade

De twee vogelgriepbesmettingen lopen flink in de papieren. Kostelijk weet nog niet exact wat de financiële schade is. “Het kost bakken met geld. Een ton is nog niks”, zo rekent hij snel voor. Iedere week leegstand kost de vleeskuikenhouder € 5.000 aan vaste lasten. “We krijgen de dagwaarde van de kippen wel vergoed, maar als je twee keer niet aflevert dan kost dat gewoon geld. De bank heeft al contact met me opgenomen. Ik ben blij dat we toch kunnen terugkijken op enkele goede jaren. Wanneer we financieel met de rug tegen de muur hadden gestaan, dan was ik er nu ook niet zo nuchter onder geweest.”

Kostelijk is nog in overleg met zijn slachterij over de tussentijds uitgeladen kuikens in oktober. De slachterij heeft de kuikens destijds betaald, maar moest na de vogelgriepuitbraak bij Kostelijk een terughaalactie in het leven roepen.

Weer kuikens opzetten

Als het aan Kostelijk ligt, dan wordt er zo snel als mogelijk gevaccineerd tegen vogelgriep. “Besmette pluimveebedrijven worden nu geruimd, maar de bron verdwijnt niet. Het is dweilen met de kraan open”, aldus de vleeskuikenhouder, die zichzelf de vraag heeft gesteld of hij in de toekomst weer kuikens durft op te zetten. “Het antwoord op die vraag is eigenlijk vrij simpel: ja. Ik zal ook wel moeten. Durf ik dat niet, dan kan ik net zo goed stoppen.”

Kostelijk overweegt voorafgaand aan de volgende ronde een laser aan te schaffen om wilde vogels op afstand te houden. “Ik ga uitzoeken of ik daar een vergunning voor nodig heb. Voor de rest weet ik niet wat ik ten opzichte van de vorige keren nog meer kan doen om een besmetting te voorkomen.”

Kostelijk wordt volgend jaar 65. Hij heeft geen opvolger. Op den duur wil hij zijn bedrijf verkopen, zo vertelt hij. “Dat gaat niet lukken als ik het bijltje er nu bij neergooi. Het ‘besmet bedrijf-stempel’ zal er eerst vanaf moeten en dat kan alleen maar door weer op te zetten.” De vleeskuikenhouder wil in maart of april weer kuikens opzetten. Hij hoopt dat de virusdruk dan lager is. “Het is spannend en zorgwekkend. Maar dat was het de vorige keer ook al.”

 
 

Inloggen op de ledenportal