Boerderij: Epidemioloog: luchtinlaat speelt wellicht toch rol bij vogelgriep

29-09-2022

Redactie

Kirsten Graumans

redacteur ondernemen

Er zijn toch aanwijzingen dat luchtinlaten een rol kunnen spelen bij introductie van vogelgriep in pluimveestallen. Dat zei epidemioloog en pluimveearts Francisca Velkers (Universiteit Utrecht) woensdag bij een persbijeenkomst over vogelgriepvaccinatie.

Velkers baseert zich op onderzoek dat dit jaar gedaan is en waarvan de resultaten nog niet gepubliceerd zijn. Die aanwijzingen zijn er onder andere door de locatie in stallen waar uitbraken plaatsvinden, zo zegt ze.

Verschillende pluimveehouders hebben al een paar jaar vermoedens geuit dat het virus ook via luchtinlaten stallen binnenkomt, onder andere omdat bij uitbraken is gezien dat deze begonnen in het middelste stalcompartiment, waar personen of materiaal niet kunnen komen zonder door andere compartimenten te gaan.

Hygiëne blijft belangrijk wapen

Velkers ging tijdens de bijeenkomst in op het blijvend belang van het nemen van hygiënemaatregelen om vogelgriep buiten de stallen te houden, zeker aangezien vaccinatie in de praktijk nog niet van vandaag op morgen haalbaar zal zijn. Maar ook als wel gevaccineerd kan worden blijft bedrijfshygiëne een belangrijk wapen in de strijd tegen vogelgriep, zo benadrukt ze.

Velkers bezoekt met collega’s alle bedrijven waar vogelgriepuitbraken geweest zijn, om zoveel mogelijk risicofactoren in beeld te brengen. Een aantal zaken valt hen op, zo somt ze op. “Dierenartsen en veehouders zijn super alert. Er wordt heel snel gemeld”, zo geeft ze aan. “Veehouders zijn ook heel gemotiveerd om extra maatregelen te nemen”, signaleert ze, wijzend op onder andere het installeren van windbreekgaas, werken met lasers, en het beperken van bezoek op bedrijven.

Aantrekkelijk voor wilde vogels

“Wat ook opvalt is dat heel verschillende bedrijven besmet raken in dezelfde periode”, zo geeft ze aan. Dat maakt het lastig om eenduidige risicofactoren te vinden. Maar ze signaleren wel één duidelijke: “De omgeving is vaak aantrekkelijk voor wilde vogels. Ook als het niet direct een extreem waterrijk gebied lijkt, zijn er bijvoorbeeld veel sloten rondom bedrijven. Daarnaast zijn er altijd bedrijfsspecifieke verbeterpunten.”

Wat ook opvalt is dat er vaak sprake is van bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld akkerbouw- of baggeractiviteiten in de directe omgeving van de stal, kort voor de uitbraak. En dat er regelmatig sprake is van mistig, winderig of regenachtig weer. De angst met insleep via de lucht is met name dat het virus meekomt met andere deeltjes, bijvoorbeeld via een veertje of grassprietje. Ook enkele erfbetreders kunnen hun hygiëne nog verbeteren, constateert Velkers.

Maatregelen in verharding en begroeiing

De epidemioloog geeft pluimveehouders onder andere mee om een bedrijfsspecifiek bioveiligheidsplan te maken. “En probeer het erf zo onaantrekkelijk mogelijk te maken voor wilde vogels, met verharding, qua begroeiing, en zonder plassen”, aldus Velkers. “Controleer openingen van buiten naar binnen, voorkom lekkages en inregenen, maak de stal dicht voor plaagdieren. En maak afspraken met buren over werkzaamheden op aangrenzende percelen en wanneer zij iets doen, zodat je zelf inlaten kunt afschermen.”

 
 

Inloggen op de ledenportal