Boerderij: Bezoekersverbod in pluimveesctor laat sporen na

04-05-2023

Redactie

Bouke Poelsma

freelance redacteur

Het bezoekersverbod in de pluimveesector heeft impact. Op meerdere bedrijven staan technische resultaten onder druk. Daarnaast is het lastig om pluimveespecialisten op te leiden en te behouden. Betrokkenen pleiten voor een versoepeling van de maatregel. “Wie is er nog enthousiast te krijgen voor een baan als pluimveespecialist of -dierenarts als je de sector niet kunt leren kennen?”

Februari was een rustige maand wat vogelgriepuitbraken betreft. In Nederland werden geen commerciële bedrijven getroffen. Wel werd het virus op 13 februari vastgesteld bij een hobbypluimveehouder in het Zuid-Hollandse Rozenburg. “Ik heb bij het ministerie gevraagd wanneer er opnieuw een afweging wordt gemaakt over de ophokplicht”, zo laat LTO/NOP-voorzitter Kees de Jong weten. Van het intrekken of versoepelen van het bezoekersverbod is begin maart nog geen sprake. “Ik snap dat deze wens er is, maar na een rustige maand moeten we onze zegeningen tellen.”

Het voortdurende bezoekersverbod begint intussen zijn sporen na te laten. Op meerdere bedrijven staan technische resultaten onder druk. Juist in de stal zijn adviseurs met hun kennis en ervaring van toegevoegde waarde. Het ontbreken van goede begeleiding van pluimveespecialisten kan gevolgen hebben voor het dierwelzijn van opstartende koppels.

Begeleiding bij opstart gemist

De Jong geeft aan dat er onder pluimveehouders vooral animo is voor begeleiding in de cruciale periode na de opzet van jonge leghennen. Met name tijdens de start van de legronde wordt op dit moment een stukje begeleiding gemist, zo blijkt uit een inventarisatie onder pluimveehouders. De Jong: “Begeleiding is heel belangrijk voor iedere ondernemer. Het houdt je scherp. Twee paar ogen zien meer dan één paar ogen. Er gaat ook een preventieve werking vanuit. Potentiële problemen worden eerder gezien en je hebt bovendien een stukje kennisuitwisseling.”

Adviseurs krijgen geen kippen meer te zien. Ze mogen alleen nog maar naar kantoor of bij pluimveehouders aan de keukentafel zitten

Daarbij zijn pluimveehouders wel van mening dat voorzichtigheid is geboden en de hygiënemaatregelen moeten worden nageleefd. De Jong: “Versoepelen van het bezoekersverbod moet in mijn ogen kunnen wanneer erfbetreders in- en uitdouchen en gedurende 48 uur niet meer dan één bedrijf bezoeken, om het risico op contactbesmettingen fors te verkleinen. De aanwezigheid van een fatsoenlijke bedrijfsdouche is in mijn ogen van groot belang. Ik vind het niet uit te leggen dat dit nog niet verplicht is. Het zou mooi zijn als erfbetreders een bedrijfsbezoek weigeren als er geen goede voorzieningen zijn.”

Met het huidige en voortdurende bezoekersverbod zijn pluimveehouders volgens De Jong bang dat pluimveespecialisten de sector vaarwel zeggen. “Adviseurs krijgen geen kippen meer te zien. Ze mogen alleen nog maar naar kantoor of bij pluimveehouders aan de keukentafel zitten. Het gevaar is dat specialisten afhaken. En dat terwijl er al een gebrek is aan goede pluimveespecialisten.”

 


Pluimveedierenarts André Steentjes (60) hoopt dat met de verwachte krimp van de Nederlandse pluimveesector het kennisniveau blijft gewaarborgd.. 

Lastig om feeling met dieren te houden

Voor (jonge) voeradviseurs zijn bedrijfsbezoeken aantrekkelijk. Ze zijn niet alleen leuk, maar zeker ook leerzaam. Zonder toestemming om stallen te betreden, is het lastig om het vak te leren en feeling te krijgen en te houden met de dieren, zo ziet ook Rienk van Oosten, Verkoopmanager vermeerdering en opfok bij ABZ De Samenwerking.

“Vooropgesteld: de vogelgriepsituatie is vooral voor pluimveehouders heel ernstig. Maar ook wij worden er door geraakt. Vanuit de veevoeding is met het huidige bezoekersverbod geen optimale bedrijfsbegeleiding mogelijk. Dat is frustrerend en het steekt ons. Op deze manier kunnen we jonge medewerkers ook niet goed opleiden en inwerken.”

Van Oosten pleit voor een versoepeling van het bezoekersverbod, met maximaal drie bedrijfsbezoeken per week. “We zouden dan op maandag, woensdag en vrijdag een bedrijf kunnen bezoeken. Wij merken dat pluimveehouders dat ook willen. Het is ontzettend jammer dat er nu al zo lang niks mogelijk is. We missen perspectief.”

‘Bezoekersverbod onder voorwaarden aanpassen’

De ervaren pluimveedierenarts Sible Westendorp (68) vindt het een gemis dat pluimveehouders nu niet samen met hun dierenarts én voeradviseur de stal in mogen. “Routinematige bezoeken zijn niet nodig, maar als zich problemen voordoen moet stalbezoek mogelijk zijn. Voeradviseurs hebben specifieke kennis over voer, huisvesting en klimaat. Samen sta je sterk. Pluimveehouders willen maximaal presteren. Het bezoekersverbod zorgt ervoor dat de prestaties onder druk staan. Zonder optimale begeleiding kun je niet de puntjes op de i zetten.”

Het zou goed zijn om het huidige bezoekersverbod nog eens tegen het licht te houden, zo vindt ook Westendorp. Hij is van mening dat het verbod onder voorwaarden moet worden aangepast. “Zolang de hygiënemaatregelen strikt in acht worden genomen is het risico op versleping klein.”

Geen zorgen over kennisniveau

Westendorp heeft intussen de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en zijn werkzaamheden in de praktijk afgebouwd. De ervaren pluimveedierenarts maakt zich geen zorgen over het kennisniveau van dierenartsen in de commerciële pluimveesector. “Er zijn gelukkig veel jonge pluimveedierenartsen, met veel basiskennis. We hebben opvolgers die ons in kennis en kunde overstijgen en nieuwe technieken snel oppakken. Gaten worden gevuld en ook met de overdracht zit het wel goed. Zolang zich nieuwe dierenartsen aandienen, maak ik me geen zorgen over de toekomst.”

De kennis over hobbykippen bij dierenartsenpraktijken is in het geding. Er wordt geen onderwijs in gegeven

Westendorp heeft de afgelopen jaren veel (pluimvee)dierenartsenpraktijken samen zien gaan. “Daar zie ik geen probleem in. Grote praktijken zijn zelfregulerend en -controlerend. Als pluimveedierenarts heb je er vaak je specialisme en kun je gemakkelijk overleggen met collega’s. Wel is het zaak dat er meerdere partijen overblijven. Anders komt de onafhankelijkheid in het geding.”

Westendorp begeleidt nu nog één commercieel pluimveebedrijf. Daarnaast zet hij zich actief in om zijn kennis over hobbypluimvee te delen. Hij geeft online les aan een tiental dierenartsen “De kennis over hobbykippen bij dierenartsenpraktijken is in het geding. Er wordt geen onderwijs in gegeven.”


Pluimveedierenarts Steentjes: “Mensen blijven enthousiasmeren voor sector.” 

Inspelen op ontwikkelingen

Marij Fermont studeerde in 2011 af aan de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht en is inmiddels alweer twaalf jaar werkzaam als pluimveedierenarts, waarvan inmiddels vijf jaar bij AdVee Dierenartsen. De afgelopen jaren maakte ze van dichtbij mee hoe de Nederlandse vleeskuikensector veranderde. “De weg naar langzaam groeiende vleeskuikens is ingezet. Dat wordt niet teruggedraaid. Als pluimveedierenartsen moeten we inspelen op die ontwikkeling”, aldus Fermont, die veel bedrijven met Beter Leven-kuikens begeleidt. “De dieren zijn over het algemeen gezonder en minder ziektegevoelig, maar kunnen zeker ziek worden. We zien echter minder klinische verschijnselen. Zieke dieren laten het ziektebeeld minder zien. Dat vraagt ook weer om een andere aanpak.”

Door corona, de vogelgriepdreiging en het daaruit voortgevloeide bezoekersverbod is er voor Fermont het nodige veranderd in haar dagelijkse werk. Stalbezoeken vinden enkel nog plaats op afspraak en voeradviseurs gaan niet mee naar binnen. “Dat is natuurlijk jammer. Je mist toch een paar ogen in de stal. Zelf heb ik niet het gevoel dat ik in mijn werk wordt beperkt. Je went toch ook weer aan de huidige situatie”, aldus Fermont. Ze heeft vaker dan voorheen telefonisch contact met pluimveehouders, voeradviseurs én collega’s. “We hebben bij AdVee een team van veertien pluimveedierenartsen en sparren ook veel onderling.”

 
 

Inloggen op de ledenportal