Boerderij: ‘Onzekerheid door nieuwe variant vogelgriep onder meeuwen’

10-05-2023

Redactie

Bouke Poelsma

freelance redacteur

Onder meeuwen circuleert een nieuwe variant van het H5N1-virus. Volgens de Utrechtse hoogleraar Arjan Stegeman is er nog veel onzeker over de risico’s van de variant van de vogelgriep. De affiniteit met pluimvee wordt onderzocht.

Arjan Stegeman maakt op Bevrijdingsdag graag tijd vrij om de actuele vogelgriepsituatie te bespreken. De hoogleraar Gezondheidszorg Landbouwhuisdieren en voorzitter van de Deskundigengroep Dierziekten is dan net terug van een vogelgriepconferentie van de FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) in Rome. “De vogelgriepsituatie is wereldwijd gezien heel verschillend. Dat maakt het interessant en tegelijk onmogelijk om een gemeenschappelijke aanpak te krijgen. Ik ben in Rome gesterkt in de gedachte dat we het vogelgriepprobleem nog heel lang onder ons zullen hebben.”


Arjan Stegeman is hoogleraar Gezondheidszorg Landbouwhuisdieren en voorzitter van de Deskundigengroep Dierziekten. Hij pleit voor Ik pleit voor een verplichte biosecurityscan in gezondheidsplannen.

Vaccinatie is dé oplossing?

“In grote delen van de wereld wordt al gevaccineerd, met name in gebieden waar men de productieschade wil beperken. In Europa moeten vaccins er toe gaan leiden dat infecties én verspreiding worden voorkomen. Bij ons is de mogelijke schade door handelsbeperkingen anders veel groter dan de schade door de ziekte zelf.”

Waar staan we nu als het gaat om vaccinontwikkeling?

“We hebben een veelbelovend resultaat geboekt in de experimentele proef. Onder gecontroleerde omstandigheden zijn twee nieuwe vaccins effectief gebleken. Maar daar moeten we ons nog niet rijk mee rekenen. De oude afgedode vaccins waren onder die omstandigheden eigenlijk ook al heel erg effectief. In de veldsituatie werkten ze veel minder goed. Op de een of andere manier was de afweerrespons in het veld toch een stuk minder.”

Onder gecontroleerde omstandigheden zijn twee nieuwe vaccins effectief gebleken. Maar daar moeten we ons nog niet rijk mee rekenen.

Hoe kan dat?

“Dat hebben we nooit kunnen ophelderen. Daar was geen geld voor. Mogelijk is er een relatie tot andere vaccinaties. Kippen worden in de praktijk vaker gevaccineerd en geïnfecteerd. Het immuunapparaat moet dan veel meer arbeid verzetten dan wanneer er enkelvoudig tegen vogelgriep wordt gevaccineerd in een laboratoriumsetting. Daar zijn geen andere infecties die een beroep doen op het afweerapparaat. Dat is in het veld wel het geval.”

Wanneer verwacht u meer duidelijkheid?

“De stap die nu komt – kippen in de veldsituatie vaccineren, laten opgroeien en blootstellen aan het virus – is voor mij cruciaal om meer vertrouwen in de twee vaccins te krijgen. De proef begint waarschijnlijk pas na de zomer. Je hoeft niet de hele legronde te wachten, maar bent zeker een halfjaar verder voor er echt duidelijkheid is. Ik verwacht dus niet dat volgende winter al grootschalig wordt gevaccineerd. Frankrijk wil in het najaar eenden kunnen vaccineren. Dat gaan ze eventueel doen met de oude, klassieke vaccins. Want de twee vaccins die in het experiment succesvol bleken, werken wel bij kippen en kalkoenen maar niet bij eenden.”

Is het wachten op goedwerkende vaccins of moeten we hopen dat de natuur een handje meehelpt en dat er mutaties optreden die minder schade veroorzaken?

“Vaccinatie is uiteindelijk de enige duurzame manier om dit probleem op te lossen. De verspreiding van het vogelgriepvirus over de wereld kent z’n weerga niet. In Azië zijn H5-virussen endemisch. Met de houderijsystemen daar – eenden trekken er van rijstveld naar rijstveld – blijven de virussen circuleren waarbij onvermijdelijk nieuwe varianten ontstaan. De virussen circuleren er onder wilde vogels. Die vliegen naar Siberië en komen daar in contact met vogels die bij ons komen. Ieder najaar weten we niet wat er via wilde vogels binnenkomt.”

Op 26 januari werd er voor het laatst vogelgriep aangetroffen op een commercieel bedrijf.

“Vogelgriep is nog volop aanwezig in de natuur. Begin mei zagen we behoorlijk oplopende sterfte onder meeuwen.

Vogelgriep is nog volop aanwezig in de natuur

Het influenzavirus muteert steeds door en virussen wisselen genetisch materiaal uit. Het H5N1-virus dat nu rondgaat onder meeuwen is een ander virus dan wat we een jaar geleden zagen. Naast H5N1 circuleren er ook nog allerlei laagpathogene virussen. Zodra een vogel door twee virussen gelijktijdig wordt geïnfecteerd, kan er erfelijk materiaal worden uitgewisseld. Dan krijg je een nieuwe H5-variant.”

Wat is bekend over de huidige variant?

“Een influenzavirus heeft acht stukjes erfelijk materiaal. Bij de huidige variant zijn drie van deze stukjes afkomstig van laagpathogene virussen die al heel lang onder meeuwen circuleren. De laag pathogene meeuwenvirussen zijn heel moeilijk in staat om pluimveebedrijven te infecteren. Mogelijk is daardoor de affiniteit van het nieuwe H5N1-virus met pluimvee ook afgenomen. Maar de mate waarin weten we nog niet zo goed. Er zijn in het Italiaanse Padova al wel wat proeven mee gedaan. Na infectie vertoonden kalkoenen en kippen later dan normaal ziekteverschijnselen. Normaal worden kippen na één dag al ziek, waarna ze na twee of drie dagen dood gaan. Bij dit virustype duurt dat wel een dag of acht. Het virus gedraagt zich dus wel degelijk als een hoogpathogeen virus. Dat geeft ook een unheimisch gevoel. Betekent het dat er geen infecties zijn? Of is het verloop zo traag geworden dat we juist voor een forse toename staan? Dat is niet te hopen.”

Zijn de vaccins waarmee straks wordt getest opgewassen tegen virusmutanten?

“Deze twee vaccins lijken toch wat breder te werken dan de klassieke geïnactiveerde vaccins. Wij stellen strengere vaccineisen dan elders in de wereld. We willen de transmissie tegengaan, zodat in ieder geval de verspreiding tussen bedrijven wordt gestopt. Dan voorkom je dat het virus vermenigvuldigt en stop je de selectie. Dat is een belangrijke rem op de mutatie van het virus. Mijn inschatting is dat het risico op humane besmettingen afneemt als we vogelgriepvaccinatie op deze manier gaan inzetten.”

Wat moet er gebeuren om de huidige ophokplicht op te heffen?

“Uiteindelijk moeten er geen nieuwe uitbraken voorkomen op pluimveebedrijven. Nu ziet dat er op zich wel goed uit. Maar alle inschattingen die wij maken, hebben een enorme onzekerheid. We hebben dus die nieuwe variant bij meeuwen. Die broeden in kolonies, met name ten noordwesten van de lijn Breda-Emmen. In de tweede helft van juni vliegen de jongen uit en is er een grotere verspreiding van meeuwen over Nederland. Ze komen dan in contact met andere vogels. Het is belangrijk om te zien wat er dan gaat gebeuren.”

In Duitsland lopen de kippen buiten.

“Daar wordt een andere afweging gemaakt. Bij ons is de dichtheid van wilde vogels aanmerkelijk hoger dan in de meeste gebieden in Duitsland. Qua blootstelling is Nederland niet te vergelijken met Duitsland. Dat is ook te zien op de risicokaarten van de EFSA (De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid, red). Nederland is een vuurrood stukje.”

In de huidige situatie is het niet aan te raden om de huidige strikte maatregelen te versoepelen?

“Zolang we niet vaccineren kunnen we dat niet doen. De maatregelen hoeven niet verder aangescherpt te worden, maar kunnen wel worden verbeterd. De ontwikkeling van een biosecurityscan is een goed initiatief. Die zou verplicht moeten worden. Ik pleit ervoor om die scan op te nemen in het bedrijfsgezondheidsplan dat pluimveehouders jaarlijks met hun dierenarts opstellen en daar jaarlijks op te controleren.

Ik pleit voor verplichte biosecurityscan in gezondheidsplan

Opvolging van de adviezen zou voorwaarde moeten zijn om aanspraak te kunnen maken op het Diergezondheidsfonds. Goede biosecurity betaalt zich linksom of rechtsom ook uit in andere zaken. Het beschermt je niet alleen tegen introductie van vogelgriep maar ook tegen allerlei andere ziektes.”

 
 
 
 

Inloggen op de ledenportal