Boerderij: NVP-leden steunen vertrek uit Convenant dierwaardige veehouderij

17-10-2023

Redactie

Hans Bijleveld

redacteur pluimveehouderij

NVP-leden staan achter het besluit van het bestuur om uit het overleg van het Convenant dierwaardige veehouderij te stappen. Dat bleek maandagavond 16 oktober in Nijkerk tijdens een spoedberaad. De NVP vreest dat de grote ambities van LNV-minister Adema mogelijk desastreuze gevolgen heeft voor de pluimveesector. En wilde de pluimveehouders (leden en niet-leden) daarover informeren.

De Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) zat aan tafel via brancheorganisatie Avined met Dierenbescherming, Caring Farmers, NAJK, belangenbehartigers van andere diersectoren, supermarktorganisaties, levensmiddelenindustrie en ministerie van LNV om gezamenlijk te komen tot een convenant waaraan de (pluim)veehouders de komende tien tot twintig jaar moeten voldoen.

Volgens de NVP gaan die plannen veel te ver en dreigt halvering van de pluimveesector. Mede daarom stapte de vakbond in september uit het overleg. Volgens de organisatie is de Nederlandse pluimveehouderij al dierwaardig want ze voldoet aan de zes principes die de Raad van Dieraangelegenheden aan dierwaardigheid stelt. Binnen Europa loopt de Nederlandse pluimveehouderij voorop als het gaat om dierenwelzijn/dierwaardigheid. “We willen nog wel verdere stappen zetten, extra inspanningen doen, maar alleen als daar voorwaarden aan gesteld worden: dat de extra kosten die pluimveehouders uit de markt komen en bij een gelijk speelhelft in heel Europa”, zei NVP-voorzitter Bart-Jan Oplaat meerdere keren.

Voorwaarden niet goed geborgd

De aanwezige pluimveehouders zijn het daarmee eens. Die voorwaarden (ook wel conditionaliteiten genoemd) zijn nu niet goed geborgd. Tot die conditionaliteiten hoort volgens de NVP ook de vergunningverlening. Die moet vooraf gegarandeerd worden. “Als pluimveehouders op termijn worden verplicht een overdekte uitloop te hebben, maar ze krijgen daar geen vergunning voor, dan voldoen ze niet aan de wettelijke eisen en kunnen ze de tent sluiten.”

De pluimveesector moet de hakken in het zand zetten en moet niet meegaan in strengere voorwaarden

De meeste van de voorwaarden voor dierwaardige veehouderij, zoals bezetting, uitloop, rassenkeuze (traag groeiende vleeskuikens, dubbeldoelrassen voor eiproductie) die nu in het concept-convenant staan, gaan volgens de NVP te ver. Ze drijven de kostprijs omhoog zonder dat daar een hogere vergoeding tegenover staat. Zeker bij export prijst Nederland zich dan uit de markt. “De pluimveesector heeft een resultaatverplichting, de minister en partijen verderop in de keten hebben een inspanningsverplichting. We hebben er geen vertrouwen in dat die inspanningsverplichting voor de pluimveehouders voldoende oplevert.”

‘De rek is eruit’

Het gros van de aanwezigen vindt dat de pluimveesector ‘de hakken in het zand moet zetten’ en niet mee moet gaan in strengere voorwaarden. “Wij zijn degenen die het moeten uitvoeren en erin moeten investeren. De rek is eruit. We moeten nu maar een keer de poot stijf houden”, merkte een pluimveehouder op.

Het Convenant dierwaardige veehouderij moet leiden tot een Plan van Aanpak dat wordt verwerkt in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) op de Wet Dieren. De NVP heeft grote vraagtekens bij wat de minister uit het plan van aanpak gaat verwerken in een AMvB.

LTO/NOP vertegenwoordiger

Aanleiding tot het convenant is het amendement Vestering (PvdD) op de Wet Dieren. Dit amendement regelt dat dat na 2022 het gedrag van dieren leidend is voor de veehouderij. Dat niet langer dieren zouden worden aangepast aan het systeem, maar dat het systeem zou zijn aangepast aan de behoeften van dieren.

Nu de NVP uit het overleg is gestapt, worden de pluimveehouders nog vertegenwoordigd door LTO/NOP.

 
 

Inloggen op de ledenportal