Boerderij: Wytze Nauta: ‘Voedseltransitie wil maar niet vlotten’

05-02-2024

Redactie

Norbert van der Werff

redacteur

Kleinschalige boer Wytze Nauta in Soest doet precies waar iedereen de mond vol van heeft. Hij fokt dubbeldoelkippen, heeft een paar koeien en varkens, verbouwt voer voor de dieren en maakt yoghurt en kaas. Hij zet zijn producten lokaal af. Nauta loopt echter tegen muren aan: heel het voedselsysteem is gericht op efficiency en grootschaligheid. Zelfs de biologische sector.

De Eemweideboerderij van Wytze Nauta is gelegen in de polder langs de rivier de Eem, tussen Amersfoort, Soest en Baarn. Onder een afdak staan vier melkkoeien en twee kalveren. Over het erf scharrelt een varken en in het veld staat een mobiele kippenstal met Vredelinger-kippen. In één van de gebouwtjes zitten (groot)ouderdieren in vier groepen. Door de kleinschaligheid en de veelheid aan activiteiten waan je je honderd jaar terug in de tijd. Tegelijkertijd is het helemaal van nu: biologisch, diervriendelijk, duurzaam en met een korte keten.

Sussex en Hagheweyder

Nauta begon in 2009 met de ontwikkeling van het Vredelinger-ras. Hij startte met gangbare hybride kippen en kruiste die met dubbeldoelkippen van rassen als Sussex en Hagheweyder. Voorheen hield hij de ouderdieren in vijf families die steeds weer gecombineerd werden volgens de familieteelt. Nu zijn dat er vier. Hij wisselt hanen uit met twee kleinschalige fokkers in Huissen (Gld.) en Driebergen (U.), en fokt binnen drie generaties niet met hetzelfde ouderdier. Nauta geeft de binnen zittende dieren biologisch voer, waaronder gerst. Rogge blieven de kippen niet en van tarwe worden ze te dik. Ze krijgen in het weideseizoen ook gras en zelf verbouwd ‘saladebuffet’ van cichorei en kruiden. Zo’n 20 tot 30% van het voer komt van eigen teelt. Wat hij niet zelf verbouwt, koopt Nauta lokaal dan wel biologisch in.

Officieel zijn de producten van de Eemweideboerderij niet biologisch. Nauta heeft zich in 2019 weliswaar gecertificeerd bij Skal, maar heeft zich later afgemeld. “Je moet bij Skal aan de hand van rekeningen aantonen dat je biologische kippen hebt aangekocht. Dat kon ik niet, want ik fokte de hennen zelf. Ik was de eerste biologische fokker, biologische kip kwam toen van gangbare ouderdieren.” Hij lag ook met Skal in de clinch over de kosten. “Ik heb hier kippen, koeien, varkens en wat akkerbouw; daar moet je allemaal apart voor betalen. Ik moest zoveel betalen dat ik heb opgezegd. Specialisatie in de landbouw, efficiency en grootschaligheid zitten ook bij Skal ingebakken.”


Op de Eemweide-boerderij zijn vier koeien en twee kalveren. Het melkvee levert veertig liter per dag.

“Zonder certificaat kun je ook je producten verkopen, mijn klanten vragen er niet om. In de Verenigde Staten noemen ze dat ‘beyond organic’: afzetten aan een eigen klantenkring zonder dat je de producten promoot als biologisch. Mochten klanten toch vragen naar de herkomst van dieren en voer, kun je alsnog de boekhouding op tafel leggen.”

Afhankelijk van welwillendheid

Binnenkort gaat hij zich echter weer laten certificeren, want hij krijgt er enkele hectares land bij via Land van Onshttps://landvanons.nl/, een coöperatie met 30.000 leden die zich inzet voor biologische productie en biodiversiteit. “Zij willen dat ik gecertificeerd word, dus ga ik me binnenkort weer aanmelden.” Dan kan hij ook weer leveren aan de Ekoplaza in Soest. “Die ondernemer vindt het prachtig om eieren uit de polder in de buurt te verkopen.”

Nauta stelt afhankelijk te zijn van mensen die het leuk vinden lokale producten aan te bieden in hun winkel. Hij leverde zeker een jaar eieren en aardappelen aan de Jumbo in Leusden. Bij de supermarkt zijn ze echter niet gewend aan kleine hoeveelheden. Ze geven de voorkeur aan grote producenten die een compleet assortiment kunnen leveren. “Kleine leveranciers vinden ze maar lastig, er hoeft maar iets te zijn en ze stoppen ermee.” Bovendien is er bij zijn dubbeldoelkippen wat meer variatie in de grootte van de eieren en willen retailers gelijkvormige producten.

Aan de andere kant valt Nauta over de scheve verhouding tussen het bedrag dat hij als ondernemer ontvangt en de prijs in het schap. Dat geldt ook bij een biologische keten als Ekoplaza, maar dan kun je wel afspraken maken voor een langere periode en dat biedt voordelen, legt hij uit. “Momenteel vliegen de eieren echter voor veertig cent de deur uit en is tussenhandel lekker niet nodig.”


Wytze Nauta heeft een stalletje met Vredelinger-eieren op zijn erf. Hij constateert echter dat de aanloop bij slecht weer gering is.

Fietsen naar Wytze

Het is zijn streven zoveel mogelijk rechtstreeks aan de consument te leveren. Nauta heeft hij bij twee buurthuizen in Amersfoort een koelkast staan met eigen melk, yoghurt, kefir en kaas met daarbovenop eieren van zijn Vredelinger-hennen. Mogelijk komt er nog een derde locatie met koelkast bij.

Bovendien heeft Nauta een stalletje op het eigen erf. Maar bij regen en kou komt er niemand, constateert de pluimveehouder. “Dan is fietsen naar Wytze er niet bij.” Daarom overweegt hij een mobiel winkeltje om op verschillende locaties zijn producten aan te bieden.

Turbokippen

Voorheen waren er tientallen kleinschalige houderijen die tot 250 dubbeldoelkippen van de Eemweideboerderij afnamen. “Maar ook die besloten toch goedkopere turbokippen te kopen, die meer eieren leggen.” Nauta’s kippen leggen slechts 220 tot 230 eieren per opgehokte hen per jaar, en leghybriden wel 300. Nauta fokt nu nog uitsluitend voor zichzelf. “Mensen kunnen nog wel broedeieren kopen en eventueel wil ik ze ook nog wel als eendagskuikens leveren. Kippen kunnen met het oog op dierziekten en dierenwelzijn het best opgroeien waar ze ook gaan leggen. Net voor de leg nog verplaatsen geeft veel stress.”

Alleen hennetje afnemen is niet mogelijk. “Wie hennen houdt, moet ook zorgdragen voor de haantjes.” Het is wel mogelijk de haantjes te laten slachten bij een kleine pluimveeslachterij in Terschuur (Gld.). Daar is het mogelijk ook kleine koppels aan te leveren.

In de pluimveehouderij wordt steeds vaker gebruikgemaakt van in-ovo geslachtsbepaling om de broertjes van de leghennen eruit te kunnen filteren. Die worden dan niet uitgebroed. Nauta noemt in-ovo seksen een end of pipe solution, omdat de mannelijke embryo’s alsnog worden gedood. “Het hele systeem is verkeerd, ook in de biologische sector. Daar hebt je biologische leghennen en biologische vleeskuikens; dat is hetzelfde systeem als bij regulier. Dubbeldoelkippen bieden daarvoor een oplossing, maar die worden nu nog als niet-efficiënt gezien.”


De dubbeldoelkippen voor de fokkerij gaan het tweede jaar naar de mobiele kippenstal in het veld voor de leg.

Mobiele kippenstal

Nauta heeft op het moment zo’n honderd Vredelinger-kippen, die tegen de leg aanzitten. Hij wil weer gaan uitbreiden tot 250. De helft voor de fokkerij en de helft voor de leg. De dieren voor de fokkerij gaan het tweede jaar naar de mobiele kippenstal in het veld voor de leg. Aanvankelijk leggen ze 85%, maar dat neemt af tot zo’n 60 tot 65%. “Daarna heb je heerlijke dikke kippen om te slachten.” Maar hij fokt ook wel met oudere dieren. “Ik heb afgelopen zomer kuikens gefokt van drie jaar oude ouderdieren.”

Omdat hij onder de 250 kippen blijft, heeft Nauta niet te maken met de ophokplicht, maar met de afschermplicht. Hij wil de mobiele kippenstal aanpassen, zodat de kippen eronder kunnen scharrelen. Ook gaat hij weer een overdekte uitloop bouwen bij de hokken met kippen voor de vermeerdering, want de varkens hebben de oude gesloopt.

Voorstander van landbouwinclusieve natuur

De boer stelt vast dat de voedseltransitie naar een duurzaam voedselsysteem met oog voor dierenwelzijn, natuur en producenten, maar langzaam van de grond komt. “Er wordt nu vaak gesproken over natuurinclusieve landbouw. Ik draai dat om: ik ben voorstander van landbouwinclusieve natuur. Er wordt nu land onttrokken aan de boeren, maar dan moet je met minder land méér verdienen. Het is beter te extensiveren.”

Nauta merkt op dat hij als kleinschalige boer niet serieus wordt genomen door andere agrarische ondernemers. “Maar de boeren met vijftig of zestig koeien hier in de polder verdienen daar niets aan. Om inkomsten te genereren nemen ze er dan paarden bij, verhuren een zaal, of beginnen een zorgtak. Maar hoe lang houden ze dat vol? Misschien dat de één na de ander ermee ophoudt. Wellicht dat ik of een andere overblijver hier dan de natuur gaat beheren. Boeren weten ook wel dat het systeem verkeerd is, maar ze durven niks meer te zeggen, want ze zijn afhankelijk van de bank.”

Opa- en omakippen lopen op het land

Nauta levert zijn bijdrage aan de voedseltransitie en toont zijn inspanningen aan consumenten. “Ik ben een piepkleine boer en probeer aan klanten uit te leggen wat ik doe. Ik leg uit dat de opa- en omakippen op het land lopen en de vaders en moeders met de kinderen in het kippenhok zitten. Ik gebruik begrijpelijke taal en dan valt het kwartje en zijn mensen bereid wat meer te betalen. Maar ook ik hoor van klanten dat ze de producten duur vinden.” Al met al is hij niet erg optimistisch over de voedseltransitie. “Als mensen geen eerlijke prijs gaan betalen, krijgen producenten het moeilijk.”

De vleesafzet verloopt vaak ook moeizaam. Juist bewuste eters consumeren lang niet allemaal nog vlees. Consumenten willen vooral geen varkensvlees meer eten, maar het probleem speelt ook bij pluimvee- en rundvlees, legt Nauta uit.

Lees ook: Vliegende start in luxe etagestal

 
 

Inloggen op de ledenportal