Boerderij: Eiermarkt blijft ook bij krimpende pluimveesector gezond04-04-2025
De eiermarkt heeft de wind in de rug. Gemiddeld wordt de eierprijs al een paar jaar met twee cijfers voor de komma geschreven en dit jaar worden zelfs records uit 2023 verpulverd. De opperbeste stemming is het gevolg van grote vraag op de wereldmarkt en verwerkers die daarop inspelen. Is dit de voorbode naar meer of volgt na snelle stijging een diepe val? De tijd dat bruine scharreleieren van 62 tot 63 gram €7 per 100 stuks opbrachten is al een aantal jaren geleden. In 2021 was de gemiddelde opbrengstprijs van 100 eieren van die sortering in de NOP-tabellen €7,13. In de opvolgende jaren werd de gemiddelde eierprijs over een jaar steevast met twee cijfers voor de komma geschreven. Zo kwam het gemiddelde over 2022 uit op €11,17 en zette de stijgende lijn in 2023 door met een gemiddelde van €13,59 voor 100 eieren van 62-63 gram.
De eierprijzen kwamen dit jaar nog niet onder die van vorig jaar. Begin maart werd zelfs de recordprijs van 2023 verbroken met een piek in week 11 op €17,89.
De eierprijzen zijn daarmee dit jaar niet onder die van vorig jaar geweest. En begin maart werd zelfs de recordprijs van 2023 verbroken. Op de piek in kalenderweek 11 brachten 100 bruine eieren volgens de NOP-richtprijs €17,89 op. Gemiddeld over de eerste 13 weken van dit jaar ligt de opbrengst net wat lager: €15,26 per 100. Dat is nog altijd ruim het dubbele van 2021. Toen was het gemiddelde over die periode €7,24. Tekorten op de wereldmarktIn Noordwest-Europa kunnen pluimveehouders volop profiteren van die uitzonderlijk hoge prijzen. Waar we in Nederland, België en Duitsland nog redelijk gespaard worden, is het aanbod op de wereldmarkt krap door uitbraken van vogelgriep (H5N1) en de ziekte van Newcastle (NCD) in Oost-Europa, Rusland, Azië en Amerika. Vooral in de Verenigde Staten is de invloed van de uitbraak van vogelgriep goed te merken. Sinds januari 2022 zijn er al meer dan 1.600 uitbraken van vogelgriep gemeld op Amerikaanse boerderijen en bij hobbykwekers in de staten Californië, Colorado, Iowa, Louisiana, Michigan, Missouri, Nevada, Oregon, Texas, Washington, Wisconsin en Wyoming. Meer dan 166 miljoen kippen werden al getroffen. Naast pluimvee zijn in de VS ook gevallen bekend van melkkoeien die door het virus geïnfecteerd zijn. De massale ruimingen hebben hun effect op de eiermarkt. De eierprijzen in de VS zijn doorgaans veel minder stabiel dan die in Europa. Daarbij lagen de Amerikaanse prijzen in een deel van 2023 onder die in Europa. Maar in 2024 kregen pluimveehouders in de VS die nog wel productieve dieren hadden gemiddeld (€367,29 per 100 kilo) al 70% meer voor een ei dan collega’s in Europa (€216,52 per 100 kilo). Het prijsverschil schoot dit jaar pijlsnel naar ongekend hoogten. Met gemiddeld €248,51 per 100 kilo brachten eieren in Europa in de eerste twaalf weken van dit jaar 15% meer op als in 2024. Maar Amerikaanse eieren brachten maar liefst 155% meer op dan vorig jaar. De gemiddelde eierprijs lag in het eerste kwartaal van dit jaar op €935,43. Met een piek van bijna €1.200 per 100 kilo. Dat is ruim 4,5 keer zoveel als Europese eieren op dat moment opbrachten. Inmiddels dalen de eierprijzen in de Verenigde Staten weer na overheidsingrijpen. Om eieren voor de consument betaalbaar te houden probeert het land de import te vergroten. Ook verschillende Nederlandse eierverwerkers zijn benaderd om daar product te leveren. Wat het effect daarvan gaat zijn, is nu nog niet te overzien, maar als dat gebeurt dan levert dat wel extra vraag op. Verwerkende industrie grote aanjagerDie krapte op de wereldmarkt zorgde ook voor een positieve stemming op de eiermarkt in Europa. Het was daarbij vooral de verwerkende industrie die de eierprijs naar grote hoogte stuwde. Waar bij consumptie-eieren één schap leeg is als er niet geleverd kan worden, heeft dat bij de verwerkende industrie gevolgen voor meer dan vijftig producten die uit de schappen lopen. Daarom willen verwerkers nooit zonder zitten. Zeker niet in de aanloop naar Pasen. Als het aanbod dan krap is, leggen ze voor de zekerheid wekelijks een paar auto’s extra vast. En die kooplust, bovenop het wereldwijde tekort aan eieren, zorgde voor een opgetogen stemming en gaf de eiermarkt dit jaar al heel bijtijds vleugels.
Maar verwerkers geven slechts de voorzet, daar komen nog productie en uitlevering van de eigenlijke producten achteraan. Daardoor eindigt de extra vraag voor Pasen bij verwerkers al ruim een maand voordat de feestdagen zich aandienen. Dit jaar vormt daarop geen uitzondering: verwerkers kunnen sinds een paar weken overzien dat ze genoeg eieren hebben, waardoor die extra vraag van die laatste auto’s wegebt en de prijsstijging ook in ons land voorbij is. Van een abrupte daling, zoals in de VS, is echter geen sprake. De prijs stabiliseert. Prijsval ligt niet op de loerRecordprijzen zijn mooi, maar wie hoog stijgt, kan diep vallen. En zeker bij eieren weet je het volgens deskundigen nooit. Het ene moment zit je zonder, maar in een periode van drie weken erop kun je er bedolven onder raken. Volgens pakstations is het huidige prijsniveau daarbij op korte termijn moeilijk houdbaar. De dure eieren passen verderop in de eierketen niet in de gemaakte – vaak langlopende – afspraken met afnemers. Er is tijd nodig om deze prijzen door te vertalen. Aan de andere kant is wel een trend gezet. Deskundigen verwachten namelijk niet dat prijzen weer terugzakken richting het niveau van 2021. Want waar na Pasen traditioneel de klad in de markt komt, zal dat terugschakelen dit jaar naar verwachting minder zijn. Dat komt door de Lbv- en Lbv-plus-regelingen. Daaraan doen niet alleen rundvee- en varkens-, maar ook pluimveehouders mee. De regelingen lopen nog en veehouders die zich hebben ingeschreven, kunnen nog afzien van deelname, waardoor de exacte daling nog niet bekend is. Schattingen lopen uiteen van 3 tot 5 miljoen kippen die zullen verdwijnen. Daarbij is de verwachting dat de grote uitstroom in de pluimveehouderij nog moet komen. De paaspiek met zijn traditioneel goede prijzen willen veel deelnemers nog even meepakken, waarna dan het leegdraaien gepland is. Die ontwikkeling zal volgens deskundigen voor een zachte landing na Pasen zorgen. Als de vraag afneemt, zakt hierdoor ook het aanbod wat weer een steun is voor de eierprijzen. Maar zoals gezegd betekent een aanmelding nog geen verplichting. Het bijzonder hoge prijspeil van de laatste tijd kan boeren ook aan het twijfelen brengen. Eierverwerkers kennen die gevallen. Bijvoorbeeld boeren van midden vijftig die geen opvolger hebben en zich daarom hebben aangemeld. Voor hen kunnen de hoge prijzen hun mening doen bijstellen. Immers als ze nog vijf jaar doorgaan is er nog steeds een bedrijf te verkopen en zijn de pluimveerechten ook nog geld waard. ‘Waarom zou je dan nu afhaken?!’, is de vraag die zij zichzelf stellen. Een deskundige van een pakstation stelt desgevraagd dat in zijn klantenkring van de tien boeren die zich hebben aangemeld er vijf definitief stoppen, drie boeren dat bij nader inzien toch niet doen en er twee nog twijfelen. Als de opbrengstprijzen slecht waren, hadden ze alle tien eieren voor hun geld gekozen. Verschuiving naar consumptiemarktVoor de blijvers en de periferie in de pluimveesector heeft deze ontwikkeling ook als de prijzen op peil blijven wel degelijk gevolgen. Op langere termijn zal de concurrentie uit Oost-Europa toenemen. En daar dragen de opkoopregelingen in ons land indirect aan bij. In onze omgeving zetten milieuregels de sector op slot, maar aan de oostgrens van de EU wordt volop geïnvesteerd in nieuwe pluimveestallen door de hoge eierprijzen. In een deel van die stallen krijgt de inrichting van pluimveehouders die hier stoppen een tweede leven. Poolse handelaren kopen heel veel stalinrichtingen op bij ondernemers die hier aan de regelingen deelnemen. Kippen die hier verdwijnen komen dus elders in Europa terug. Met een zelfvoorzieningsgraad van 300% zal het er niet voor zorgen dat er een eiertekort in Nederland ontstaat. Maar deskundigen voorzien wel een verschuiving van soorten. Nederlandse pluimveehouders zullen tafeleieren blijven produceren voor de consumptiemarkt in Nederland en Duitsland. Voor de anonieme eieren die richting de verwerkende industrie rollen, is dat anders. Die zijn eenvoudiger te vervangen door eieren van buitenaf. Evengoed maken deskundigen zich geen zorgen over de eierconsumptie. Door hun brede toepasbaarheid en gezonde imago zal de eierconsumptie niet afnemen en zullen ook in ons land nog voldoende eieren geproduceerd worden. |