Een inspirerend boekje met twaalf mogelijke verdienmodellen voor duurzaam en diervriendelijk ondernemen in de pluimveesector. Daartoe leidde het promotieonderzoek van Britt Smulders aan de Technische Universiteit Eindhoven. De globaal omschreven verdienmodellen zijn niet bedoeld als kant-en-klare oplossingen, maar met voorbeelden en praktische handvatten wordt perspectief geboden.
Met een verfrissende blik van buiten hebben onderzoeker Britt Smulders en praktijkhoogleraar Rianne Valkenburg namens Technische Universiteit (TU) Eindhoven de afgelopen jaren gekeken naar de pluimveesector. Dat heeft geresulteerd in een praktisch en uitnodigend boekje met twaalf mogelijke verdienmodellen voor duurzaam en diervriendelijke ondernemen in de sector.
Het boekje is gebaseerd op de resultaten van een promotieonderzoek van Britt Smulders aan de TU Eindhoven. Het onderzoek was onderdeel van het Europese project Code Re-Farm. Voor de totstandkoming van het boekje hebben Smulders en Valkenburg namens TU Eindhoven samengewerkt met het Poultry Expertise Centre (PEC) en het lectoraat Duurzame pluimveehouderij in een circulaire bedrijfsvoering van Aeres Hogeschool Dronten.
De globaal omschreven verdienmodellen worden weergegeven in de afbeeldingen hieronder. Met concrete voorbeeldbedrijven en -initiatieven en toepasbare inzichten worden de verdienmodellen in het boekje verder uitgediept. “Met het boekje willen we pluimveehouders perspectief bieden en handvatten aanreiken”, aldus Britt Smulders.
Online toegankelijk
Het boekje ’12 mogelijke verdienmodellen voor duurzaam en diervriendelijke ondernemen’ is niet fysiek beschikbaar. Het 34 pagina’s tellende boekje is online te lezen via deze link: www.lighthouse-fellowtue.nl/Pluimvee.html. Volgens Anne-Jo Smits, businessmanager bij het Poultry Expertise Centre (PEC) is het eventueel mogelijk een oplage te drukken als hier vraag naar is. “Mogelijk biedt een event of andere gelegenheid hier aanleiding toe”, zo laat ze weten. Namens PEC kijkt Smits positief terug op een ‘waardevolle’ samenwerking met de onderzoekers/auteurs van TU Eindhoven. “Ze keken met een frisse en open blik naar de sector en stonden erg open voor de kennis en inzichten, die wij vanuit onze kant hebben aangedragen.”
Balanceren
Als onderzoeker aan de TU Eindhoven heeft Smulders zich de afgelopen jaren ondergedompeld in de pluimveesector. Als buitenstaander kreeg ze een goed beeld van de sector en de uitdagingen en zorgen van individuele ondernemers. “Ik heb veel enthousiaste ondernemers gesproken. Zij waren heel open. Daar kreeg ik energie van. Tegelijk staat de sector voor de nodige uitdagingen.”
Hoe verbind je het verduurzamen van je bedrijf aan een goed verdienmodel?
Stikstofperikelen en de daaraan gekoppelde problemen op het gebied van vergunningverlening hebben grote impact op het ondernemersklimaat. Volgens Smulders is het voor individuele bedrijven niet altijd gemakkelijk om een duidelijke koers te bepalen voor een bestendige toekomst. Pluimveehouders worstelen soms met conflicterende belangen. Zij staan voor verschillende uitdagingen op het gebied van emissiereductie en dierenwelzijn. “Het is balanceren. Hoe verbind je het verduurzamen van je bedrijf aan een goed verdienmodel? Het een mag niet ten koste gaan van het ander. Dat is soms een zoektocht waar pluimveehouders mee worstelen. Zij willen wel veranderen, verduurzamen en impact maken, maar moeten er ook een boterham mee verdienen.”
Richting en inspiratie
De twaalf mogelijke verdienmodellen zijn geen kant-en-klare oplossingen. Ze geven richting en bieden inspiratie. “Wat past bij jou als ondernemer? Dat is een belangrijk uitgangspunt. Wat kun je en wat wil je? Sommige verdienmodellen vragen bepaalde competenties. In het boekje staan tips en trucs om aan de slag te gaan”, zegt Smulders.
Door samen te werken binnen de keten maak je meer impact op de maatschappij en je omgeving
In de eerste zes mogelijke verdienmodellen in het boekje staat de pluimveehouder centraal. De overige modellen vragen om ketenbrede samenwerking en gezamenlijke regie. Volgens Smulders is het goed mogelijk om verschillende verdienmodellen te combineren. Smulders haalt Johan Leenders (De Oranjehoen) aan als iemand die actief verbinding zoekt in de keten. Dat wordt alsmaar belangrijker, zo stelt ze. “Als pluimveehouder is het belangrijk om je te focussen op je dieren. Maar door samen te werken binnen de keten maak je meer impact op de maatschappij en je omgeving.”
Circulariteit en data bieden kansen
Volgens Smulders is er nog veel mogelijk op het gebied van circulariteit. “Er zijn voorbeelden van circulariteit op het eigen erf. Door samen te werken kun je dat verder uitbouwen, van lokaal tot regionaal en van nationaal tot internationaal. Dat vraagt misschien om een andere manier van denken en doen, een verschuiving in mindset door de hele keten. Maar door samen te werken en projecten te beginnen kun je er vorm aan geven.” Circulariteit komt aan bod bij verdienmodel 9 (zie afbeelding).
Ook op het gebied van data liggen kansen, zo stelt de onderzoeker. Binnen ketens wordt actief ingezet op emissiereductie, gezondheid en dierenwelzijn en het terugdringen van faalkosten. Het gebruik van technologie en data helpt daarbij. Een goede samenwerking binnen de keten is daarbij essentieel. “Pluimveehouders hebben hierin hun aandeel, evenals andere ketenpartijen. Maar hoe verdienen pluimveehouders en andere ketenpartijen aan een data-gedreven pluimveesector? Wie heeft er inzicht in de data en hoe worden gegevens gebruikt? Het is zaak dat de taart in de keten eerlijk wordt verdeeld.” Het delen van data wordt uitgelicht in verdienmodel 11 (zie afbeelding).
Voorbeelden aangehaald bij verdienmodellen
De eerste drie voorbeelden van mogelijke verdienmodellen worden in dit artikel met ondernemersverhalen uitgelicht (zie kaders). Erik van Veldhuisen vertelt over ‘Nieuwe, onderscheidende pluimveeproducten met duurzaamheid als toegevoegde waarde’. Ton van Harten en Remco van der Veer geven uitleg over ‘Nieuwe, duurzame verkoopkanalen voor pluimveeproducten’. John Grutters gaat in op ‘Duurzaamheid ervaren: creëer belevingen voor klanten’.
Vleeskuikenhouder Erik van Veldhuisen verkoopt zijn vlees rechtstreeks aan de consument. Foto: Koos Groenewold
Ook educatie (zie afbeelding, verdienmodel 5) en zorg (zie afbeelding, verdienmodel 6) worden in het boekje aangehaald en besproken. Sommige verdienmodellen zijn echter niet enkel en alleen op het boerenerf te realiseren, maar vragen duidelijk om samenwerking met meerdere ketenpartijen. De realisatie en implementatie van de verdienmodellen verschilt dan ook in moeilijkheid, zo geeft Smulders aan in het boekje. Verdienmodellen 8 tot en met 12 (zie afbeelding) zijn duidelijk voorbeelden van verdienmodellen die pluimveehouders niet alleen kunnen realiseren. Bij verdienmodel 10 – ‘Samenwerken voor een eerlijk en transparant systeem’ – wordt de Unie van Pluimvee Producenten naar voren gebracht. Smulders: “De verdienmodellen laten zien hoe je door innovatie en samenwerking kunt bouwen aan een rendabele pluimveesector waar duurzaamheid en welzijn hoog in het vaandel staan.”