Boerderij: Na eerste besmetting bij pluimvee: meer onderzoek naar REV-virus

06-08-2025

Redactie

Bouke Poelsma

freelance redacteur

Het REV-virus werd vorig jaar voor het eerst aangetoond bij pluimvee in Nederland. De besmetting deed zich voor bij een koppel leghennen, zo bleek uit onderzoek van Royal GD. De aanwezigheid van het virus en de relatie tot het kippenpokkenvirus verdient verder onderzoek.

Zoals wel vaker kreeg GD vorig jaar juli een inzending binnen van een koppel zieke leghennen voor pathologisch onderzoek. Hierbij werden tumoren in de organen van deze dieren waargenomen. “In eerste instantie dachten we aan de Ziekte van Marek, wat veel in Nederland voorkomt en een vergelijkbaar ziektebeeld kan geven”, zo vertelt Mirthe de Wit, pluimveedierenarts bij GD.

Middels een PCR-test komt echter het reticuloendotheliosevirus (REV) aan het licht. “We hebben het tumorweefsel getest op verschillende virussen die tumoren kunnen veroorzaken, zoals het Ziekte van Marek-virus serotype 1, aviaire leukosevirus en REV. De REV-PCR bleek positief.”

Het REV-virus wordt daarmee voor het eerst aangetoond bij commercieel gehouden pluimvee in Nederland, terwijl er door GD al lange tijd op de aanwezigheid van REV getest wordt. Bijvoorbeeld met de PCR-test bij dieren die tumoren vertonen en met een bloedtest bij vermeerderingskoppels die dat nodig hebben voor export.

Bij meerdere koppels aangetoond

Na deze eerste ontdekking van REV werd het virus in een relatief korte periode nadien bij meerdere andere pluimveekoppels aangetoond. Precieze cijfers ontbreken. Het REV-virus kan ook voorkomen bij ouderdieren, zowel bij leg als bij vlees. Kippen worden lang niet altijd ziek van REV, dat tot de familie van retrovirussen behoort. Het virus kan ook subklinisch aanwezig zijn, waarbij geen klinische verschijnselen worden waargenomen.

Er zijn verschillende REV-stammen, zo blijkt uit de literatuur, die sterk verschillen in hun ziekmakend vermogen. Het REV-virus kan met name voor problemen zorgen wanneer een koppel al op erg jonge leeftijd wordt geïnfecteerd. REV kan leiden tot immuunsuppressie, wat leidt tot een verminderde werking van het afweersysteem. Dat kan tot klinische verschijnselen leiden, zeker in combinatie met andere infecties. Ook kunnen veerafwijkingen worden waargenomen bij jonge dieren die met het virus geïnfecteerd zijn.

Ook in wilde vogels

REV kan ook voorkomen in wilde vogels, waarbij diverse soorten als natuurlijke gastheer kunnen fungeren. Het virus kan zowel verticaal (van ouder op nakomeling) als horizontaal (binnen een koppel) worden overgedragen. Het REV-virus is behalve in Nederland ook in commercieel pluimvee in Polen waargenomen. REV is geen aangifteplichtige ziekte, zoals vogelgriep of Newcastle Disease dat zijn.

Het virus verspreidt zich niet snel binnen een pluimveekoppel. Tot dusverre is geen verticale transmissie aangetoond in Nederland. Dat is gunstig. Toch wordt er zeker niet nonchalant gereageerd op de aanwezigheid van het virus, zo zegt De Wit. “We waren als Nederlandse pluimveesector altijd vrij van REV. Dat zijn we nu niet meer. Dat is opmerkelijk en het maakt ons alert. Het baart ook wel zorgen. We willen dit virus niet in ons land.”

Over de introductieroute(s) en verspreiding van het REV-virus bestaan nog veel vragen. Middels verder onderzoek naar het virus wordt getracht hier antwoorden op te vinden. De Wit: “We hebben in Europa weinig tot geen ervaring met REV en doen onderzoek naar de ziekte. De gehele Nederlandse pluimveesector is professioneel omgegaan met de situatie omtrent REV. Dat verdient een compliment. De betrokken partijen hebben zich vrijwillig ingezet om mee te doen aan onderzoek naar de ziekte.”

Vanwege zorgen over de aanwezigheid van het REV-virus in Nederland is intussen in opdracht van AVINED een serologische screening uitgevoerd door GD naar REV-antistoffen. Dit betrof een anonieme screening aan de hand van bloedmonsters. Daaruit blijkt dat REV-antistof-positieve koppels inmiddels relatief veel voorkomen in de sector.

Relatie met kippenpokkenvirus

Het moment en de route van introductie van het virus in het eerst vastgestelde besmette koppel was niet exact te achterhalen. Het is daardoor gissen naar de wijze waarop REV in Nederland is geïntroduceerd, zegt De Wit. “Hoe kan het dat het virus nu in commercieel gehouden pluimvee opdoemt, terwijl we eerder zo lang gevrijwaard zijn gebleven van het virus? Dat is een vraag waar we graag het antwoord op willen weten.”

Het kippenpokkenvirus kan een mogelijke insleep-route zijn. Bij GD is hiervan een serieuze verdenking. REV behoort tot de familie van de retrovirussen. REV is in staat om zijn eigen genetisch materiaal in te bouwen in een gastheer, waaronder grote DNA-virussen zoals het kippenpokkenvirus. Het gehele REV-genoom (het erfelijk materiaal) is opgenomen in bepaalde veldstammen van het kippenpokkenvirus. Een infectie met een van deze kippenpokkenveldstammen zal leiden tot de ontwikkeling van antistoffen tegen REV en zelfs een tijdelijk positieve REV-PCR. “REV kan zich hierbij losmaken uit het pokkenvirus, zo is uit ervaringen in het buitenland gebleken”, zegt De Wit.

Normaal gesproken zijn er elk jaar wel een aantal uitbraken van kippenpokken bij commercieel gehouden pluimvee in Nederland. In september tot december 2024 ontving GD echter een ongebruikelijk hoog aantal gevallen voor pathologisch onderzoek. In 2024 had GD 26 bevestigde koppels, waarvan 22 in de laatste vier maanden van het jaar. Juist in dat jaar werd er ook voor het eerst REV-virus aangetoond in Nederland. De mogelijke rol van het kippenpokkenvirus wordt nu verder onderzocht. De Adviescommissie Pluimveegezondheid heeft in juni nog een voorstel goedgekeurd om verder onderzoek te doen naar het eventuele voorkomen van subklinische infecties met het kippenpokkenvirus in relatie tot REV.

Geen vaccin, niet te behandelen

REV is niet te behandelen en er is geen vaccin voor beschikbaar. De Wit: “Goede hygiëne is zoals altijd belangrijk. De interpretatie van positieve REV-ELISA (bloedonderzoek) en PCR-uitslagen is complex, omdat een besmetting met REV lang niet altijd tot klinische verschijnselen leidt. Wanneer je als ondernemer iets niet vertrouwt of vragen hebt over de interpretatie van REV-diagnostiek, raad ik je aan contact op te nemen met je eigen dierenarts.”

Meer nieuws uit de monitoring Pluimvee en de Jaarrapportage Pluimvee 2024 met de casus ‘6.1.1 Tumoren met onbekende oorzaak/REV’.

 
 
 
 

Inloggen op de ledenportal