Boerderij: Opinie: ‘Tijd om handelsbeperkingen voor vogelgriep te herzien’

24-09-2025

Opinie

Fabian Brockotter

Hoofdredacteur Pluimveehouderij

Hoogpathogene vogelgriep (HPAI) kan overleven in rauw, bevroren vlees. Dit feit vormt de kern van handelsbeperkingen, ingesteld om virusinsleep te voorkomen. Recent onderzoek toont echter aan dat het risico op insleep via rauw vlees vrijwel nihil is.

Op basis van wat we uit het verleden weten en gewend waren te doen volgens internationale afspraken, is het logisch om de grenzen te sluiten als vogelgriep wordt vastgesteld op een commercieel pluimveebedrijf in het buitenland. Maar er zijn ook veel gevallen bekend waarin landen de handel hebben geblokkeerd puur om de binnenlandse productie te beschermen. Dus niet vanuit een ziekteperspectief, maar vanuit een economisch of zelfs politiek perspectief. Vrijhandel met al zijn voordelen past niet in ieders agenda, om het zo maar te zeggen.

In theorie kan het HPAI-virus de grens oversteken in pluimveeproducten

Het klopt dat HPAI, met name de H5N1-variant, een relevante ziekteverwekker is. Deze brengt voornamelijk risico’s voor de diergezondheid en heeft aanzienlijke gevolgen voor de voedselzekerheid en de internationale handel. De vogelgriep, veroorzaakt door het H5N1-subtype, heeft sinds de opkomst ervan rond 2000 steeds meer aandacht gekregen vanwege de dodelijkheid bij vogels, het overspringen tussen diersoorten en de gevolgen voor de wereldwijde handel in pluimveeproducten. Het klopt ook dat het een persistent ‘beestje’ is. Laboratoriumstudies hebben aangetoond dat H5N1 meer dan 60 dagen levensvatbaar kan blijven in rauw, bevroren vlees bij -18 °C of lager.

Reële risico’s

In theorie kan het HPAI-virus de grens oversteken in pluimveeproducten. Maar in hoeverre is het zinvol om onevenredige handelsbarrières te handhaven in het licht van recent wetenschappelijk bewijs? Het Amerikaanse Center for Disease Control (CDC) en de Wereldorganisatie voor Diergezondheid (WOAH) hebben in onderzoek in 2024 aangetoond dat virale levensvatbaarheid geen effectief infectierisico betekent. Dit is met name het geval wanneer het dier een veterinaire keuring vóór en na het slachten ondergaat, het vlees wordt verwerkt in gecontroleerde industriële omgevingen en bestemd is voor menselijke consumptie. Dus bereid wordt bij een temperatuur van ≥ 74 °C. Koken is voldoende om het virus vóór consumptie te inactiveren.

De WOAH beschouwt de handel in pluimveevlees dat onder toezicht is geslacht als veilig, zelfs vanuit landen met HPAI-uitbraken. Voorwaarde is wel dat de producten niet afkomstig zijn van het door de uitbraak getroffen bedrijf. Daarom moet de WOAH voorgestelde compartimentering dringend worden ingevoerd door landen die deze nog niet in hun handelsbetrekkingen hebben opgenomen. Met de implementatie van goede productieprocessen aan de importzijde, zoals het gebruik van thermisch behandeld voer, het verbod op het gebruik van rauwe bijproducten in diervoeder en het uitvoeren van routinematige sanitaire inspecties, is het risico op H5N1-insleep via geïmporteerd vlees, volgens epidemiologische criteria, vrijwel nul.

Paradox

De import van gekeurd pluimveevlees is in de huidige realiteit onder strikte voorzorgsmaatregelen verboden. Maar trekvogels blijven vrijelijk de grenzen oversteken en dienen vaak als verspreiders van hoogpathogene vogelgriep. Het negeren van deze natuurlijke bron van verspreiding en het overschatten van het risico van geïndustrialiseerde voedselproducten legt een inconsistentie bloot in het internationale gezondheidsbeleid. Dat beleid moet dringend herzien worden in het licht van het recente wetenschappelijk en economisch bewijs.

De blinde toepassing van het voorzorgsbeginsel – met name op producten die een gezondheidsinspectie hebben ondergaan en bestemd zijn voor menselijke consumptie – kan leiden tot onnodige handelsbelemmeringen. De gevolgen daarvan staan niet in verhouding ??tot de daadwerkelijke dreiging. Het onder dergelijke omstandigheden sluiten van markten voor de import van pluimveevlees vermindert het gezondheidsrisico niet significant. Dat benadeelt exporterende landen economisch en leidt tot voedselinflatie. Die treft vooral lage-inkomensgroepen en beperkt de toegang tot hoogwaardige eiwitten met een hoge biologische waarde en een hoog gehalte aan essentiële aminozuren.

Veranderende zienswijze

Onder gecontroleerde productie-, slacht- en verwerkingsomstandigheden voor menselijke consumptie vormen pluimveeproducten geen gezondheidsrisico voor de commerciële pluimveehouderij in andere landen. In die zin missen handelsbeperkingen op basis van een overdreven voorzorgsprincipe een technische en praktische basis. Bovendien belemmeren ze de wereldwijde aanvoer van pluimveeproducten, verstoren het marktevenwicht en het nutritionele welzijn van kwetsbare bevolkingsgroepen. We stellen een verandering in de regelgeving voor, gebaseerd op reëel risico, wetenschap en proportionaliteit. Daarbij wordt de noodzaak erkend om samen te leven in een wereld waar zoönosen op natuurlijke wijze circuleren – ook via oncontroleerbare wegen, zoals de migratie van wilde vogels. Immers, welk groter risico vormen pluimveeproducten dat niet al aanwezig is bij wilde of trekvogels? We hebben een evenwichtige aanpak nodig voor onze sector én voor de wereldwijde voedselzekerheid.

Medeauteur: Ricardo Santin, voorzitter van de Braziliaanse Vereniging voor Dierlijke Eiwitten (ABPA) en van de International Poultry Council (IPC)

 
 

Inloggen op de ledenportal