.png){kind=logo}
Demissionair landbouwminister Femke Wiersma wil niet overhaast gaan ingrijpen in de structuur van de pluimveehouderij nu er zoveel uitbraken van vogelgriep zijn. Dat blijkt uit haar antwoorden op Kamervragen van PvdD-Kamerlid Esther Ouwehand, die sneller actie wil.
De commissie Bekedam adviseerde om in waterrijke gebieden waar veel wilde vogels komen geen vestiging of uitbreiding van pluimveebedrijven toe te staan. Foto: Herbert Wiggerman
In 2022 adviseerde de commissie Bekedam onder andere om structuurmaatregelen te nemen in de pluimveehouderij om het risico op zoönosen te beperken. Gedacht werd daarbij aan een verbod op nieuwvestiging of een verbod op uitbreiding van pluimveebedrijven in pluimveedichte gebieden en in waterrijke gebieden.
Wageningen Social Economic Research (WSER) doet onderzoek naar de impact van deze maatregelen op de pluimveesector. Dit rapport zou begin 2025 worden opgeleverd, maar in het onderzoek is vertraging opgelopen, waardoor er nu de laatste hand aan wordt gelegd. RIVM zal in samenwerking met Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) een inschatting maken van de verwachte impact van deze maatregelen op de volks- en diergezondheid.
Zorgvuldige afweging bij ingrijpende maatregelen
Wiersma benadrukt dat voor politieke besluitvorming over dergelijke maatregelen een zorgvuldige analyse moet worden uitgevoerd. “Dit soort structuurmaatregelen zijn immers ingrijpend. Met deze impactanalyse en een juridische analyse zal een zorgvuldige weging worden gemaakt op basis van proportionaliteit, geschiktheid en noodzaak”, aldus Wiersma. Ze wil hierbij niet overhaast handelen. Het advies van het Europees Centrum voor Ziektepreventie en Ziektebestrijding (ECDC) en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) om de dichtheid van pluimvee en pluimveehouderijen te verlagen, zowel in waterrijke gebieden als daarbuiten, beïnvloedt de werkwijze van Wiersma daarbij niet.
‘Risico voor volksgezondheid is zeer laag’
De minister voegt eraan toe dat er periodiek wordt gekeken naar het risico van vogelgriep voor de volksgezondheid. Bij de laatste bijeenkomst van de deskundigen werd het risico van vogelgriep voor de volksgezondheid als zeer laag bestempeld. Voor personen die beroepsmatig in contact komen met (mogelijk) besmette dieren, zowel wilde als gehouden dieren, wordt het risico als gemiddeld ingeschat. “Dit is iets hoger dan in mei dit jaar, doordat er veel meer mensen worden blootgesteld door de vele uitbraken bij wilde en gehouden vogels op dit moment”, aldus Wiersma in de Kamerbrief. Ze voegt er tevens aan toe dat de uitbraken van vogelgriep op dit moment in meerdere provincies zijn. “Ook in gebieden met een lage pluimveedichtheid en gebieden die niet als waterrijk worden beschouwd”, aldus Wiersma.
De Tweede Kamer debatteert volgende week over vogelgriep.
