.png){kind=logo}
Het ministerie van LVVN organiseert begin volgend jaar overleg met grote handelsblokken over de acceptatie van producten van tegen vogelgriep gevaccineerd pluimvee.
De afzet van pluimveeproducten blijft een grote uitdaging bij de vaccinatie tegen vogelgriep. Foto: Hans Banus
Het ministerie van LVVN organiseert begin volgend jaar een bijeenkomst met Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Canada, de Europese Commissie en de wereldorganisatie voor diergezondheid (WOAH) over de vaccinatie van pluimvee tegen vogelgriep. Doel van de bijeenkomst is om tot afspraken te komen waaronder de acceptatie van producten van HPAI-gevaccineerd pluimvee kan plaatsvinden. Dat zegt demissionair landbouwminister Femke Wiersma tijdens een debat in de Tweede Kamer over vogelgriep.
De afzet van producten van gevaccineerd pluimvee is een punt van zorg, ook bij Kamerleden van CDA, VVD, ChristenUnie, D66 en JA21. Via een motie vragen zij het kabinet om zowel technisch als diplomatiek in te zetten op acceptatie van producten van gevaccineerde dieren. De Europese afzet van producten is op basis van de Europese toelating van het vaccin geregeld, maar in de praktijk blijken marktpartijen zeer terughoudend bij de acceptatie van eieren van gevaccineerde kippen. Politici vinden dat de afzet naar Duitsland vooral een verantwoordelijkheid van de marktpartijen zelf moet zijn, omdat uiteindelijk ook de Duitse afnemers de afweging maken om in te kopen of niet.
Kost tijd om tot afspraken te komen
Het ministerie wil wel blijven inzetten op het maken van internationale afspraken. “Het kost tijd om tot afspraken te komen. Deze landen en de EU zijn toonaangevende handelsblokken in de wereldhandel. Als we met deze partners tot afspraken kunnen komen, is dat een grote stap in de acceptatie van producten van gevaccineerd pluimvee”, laat het ministerie weten over de bijeenkomst die begin volgend jaar zal plaatsvinden.
Breed draagvlak voor vaccinatie
In de Tweede Kamer is breed draagvlak voor vaccinatie. Ook formerende partij D66 is groot voorstander van vaccinatie in de strijd tegen vogelgriep. Zij wil het liefst dat vaccinatie in 2027 breed wordt uitgerold. Demissionair landbouwminister Wiersma wil zich niet op een datum vastpinnen, maar zegt wel dat alles erop gericht is om zo snel mogelijk breed te gaan vaccineren.
Vaccineren gaat niet alleen over een prik
BBB’er Caroline van der Plas waarschuwt voor de nadelen van vaccinatie. Zij wil alleen overgaan tot brede vaccinatie als alle randvoorwaarden op orde zijn. Ze vreest dat ondernemers schade gaan verhalen als vaccinatie verplicht wordt en zij hun producten niet meer kwijt kunnen. “Daarnaast gaat vaccineren niet alleen over een prik: het vereist verplichte, intensieve monitoring door een officiële dierenarts van de NVWA, maandelijkse controles, toezicht bij entingen en laboratoriumonderzoek”, aldus Van der Plas.
De pilot voor de vaccinatie tegen vogelgriep loopt nog tot eind 2026. Begin volgend jaar worden de eerste resultaten van de veldproeven openbaar.
Verdeeldheid over structuurmaatregelen
GroenLinks-PvdA, SP en PvdD vinden dat het kabinet veel te langzaam handelt na het advies van Henk Bekedam, waarin hij oproept om structuurmaatregelen te nemen in de pluimveehouderij om het zoönoserisico te verkleinen. Het vogelgriepvirus kan muteren en daarmee een risico vormen voor de mens. Volgens Laura Bromet (GL-PvdA) werkt minister Wiersma alleen maar vertragend en moet er snel beleid komen om nieuwvestiging en uitbreiding van pluimveebedrijven in waterrijke gebieden te verbieden, de sector verder te extensiveren en pluimveebedrijven niet meer toe te staan in de buurt van varkensbedrijven.
De rechterzijde van de Kamer, onder wie ook dierenarts en VVD-Kamerlid Renate den Hollander, wil eerst de impactanalyse afwachten, zeker nu de besmettingen met vogelgriep verspreid over het land plaatsvinden en niet zozeer in waterrijke of pluimveedichte gebieden.
Wiersma: hygiëne op pluimveebedrijven kan beter
Wiersma roept pluimveehouders tijdens het debat op nóg zorgvuldiger te werken als het gaat om bioveiligheid op de bedrijven. “Ons beeld is dat de maatregelen goed worden nageleefd, maar het kan nog wel iets beter. Met name door de veehouders zelf. Voor bezoekers worden de regels goed nageleefd”, aldus Wiersma. “Omdat een veehouder op zijn bedrijf natuurlijk iedere dag in- en uitloopt, mag daar soms extra aandacht voor zijn. Ik wil niet dat de indruk ontstaat dat het door de sector niet serieus wordt opgepakt; dat is wél het geval. Op dit specifieke punt kan er een tandje bij worden gezet. Daar is ook aandacht voor.”
Ze wijst er bovendien op dat er in Nederland vrijwel geen besmettingen zijn door overdracht tussen bedrijven. Bij de huidige uitbraak is er bij één besmetting mogelijk virus overgedragen van bedrijf tot bedrijf. “Maar in algemene zin is het in Nederland nagenoeg niet aan de orde, zeker niet in vergelijking met andere landen.”
Geen ontheffing voor rattengif
SGP-Kamerlid André Flach wijst erop dat ongedierte een rol kan spelen bij besmettingen. Hij vraagt de minister om ontheffing voor pluimveehouders om gif te mogen inzetten in de strijd tegen ratten en muizen. Wiersma wil dit niet. Zij vindt dat pluimveehouders ongedierte moeten bestrijden binnen de kaders die er zijn. “Als hij dat zelf niet kan, dan kan hij daarvoor mensen inhuren.”
